In het kort
Van alle bedrijven in Nederland is 99% kleinbedrijf (tot 50 werknemers), 0,8% middenbedrijf (50 tot 250 werknemers) en nog geen 0,2% grootbedrijf (meer dan 250 werknemers). Het economische en maatschappelijke belang van het mkb samen is dan ook evident. Koninklijke Metaalunie constateert echter dat bij veel overheidsbeleid te weinig rekening wordt gehouden met het mkb. Positief is dat het huidige kabinet regeldrukvermindering voor het mkb als speerpunt heeft gekozen. Metaalunie kan zich in grote lijnen vinden in het ‘Programma vermindering regeldruk ondernemers – Regels die werken en lasten beperken’, maar hoopt wel dat het kabinet – onder aanvoering van het ministerie van EZK – in tegenstelling tot de afgelopen jaren nu echt tot een stevige kwalitatieve en kwantitatieve reductie van regels voor het mkb komt. Van woorden naar daden!
Beleid goed voor mkb, goed voor alle ondernemers
Metaalunie blijft zich nadrukkelijk inzetten voor meer aandacht voor het mkb bij (nieuw en bestaand) overheidsbeleid, bijvoorbeeld op het vlak van regeldruk, subsidieregelingen en duurzaamheidseisen. Hierbij geldt: als het overheidsbeleid goed na te leven is voor het mkb, dan is het goed na te leven voor alle ondernemingen.
Mkb ‘vergeten’ of zelfs benadeeld
De afgelopen jaren is de regeldruklast voor het mkb met vele miljarden euro’s toegenomen. Nieuwe eisen en regels vanuit de overheid hebben vaak disproportioneel veel impact op deze ondernemingen. Een paar voorbeelden uit de praktijk:
- Allerlei wetgeving tezamen met de wijze waarop het bevoegd gezag er mee om gaat, leidt veel te vaak tot jarenlange vergunningprocedures en daarmee een winstderving die zo in de miljarden euro’s per jaar beloopt. Een voorbeeld: een bedrijf ziet grote marktkansen waarvoor het bedrijf een uitbreidings- of wijzigingsvergunning moet aanvragen. De wetgeving kent hiervoor geen harde (fatale) termijnen en in de praktijk kan dit onacceptabel lang duren. Al die tijd loopt de winstderving op en als het bedrijf pech heeft, verliest het zelfs de markt als een (buitenlandse) concurrent er wel in slaagt de markt te bedienen. Het is vreemd dat winstderving (door trage vergunningprocedures) buiten de Nederlandse definitie van regeldruk valt. De ‘regeldrukkosten’ hiervan zijn waarschijnlijk hoger dan (bijna) alle andere regeldrukkosten.
- De verzuimwetgeving werkt voor het mkb disproportioneel zwaar uit. Macro misschien niet, maar micro wel. In het hele mkb is er sprake van een laag verzuimpercentage, maar individuele mkb-bedrijven kunnen verhoudingsgewijs hoge verzuimkosten hebben. Als in een bedrijf twee van de tien medewerkers langdurig zieken zijn, is het verzuimpercentage 20% met disproportioneel hoge kosten in verband met de verzuimwetgeving. Daar heeft het bedrijf ook nog eens extra hoge vervangingskosten om de productie draaiende te houden.
- Voor subsidieregelingen geldt iets soortgelijks. Met name het kleinbedrijf weet door de gecreëerde drempels vaak relatief weinig gebruik te maken van de subsidieregelingen (onder andere op het gebied van innovatiestimulering).
Regeldrukaanpak kabinet
Juli 2022 heeft het kabinet haar regeldrukaanpak gepresenteerd. Het kabinet zet in op:
- een regeldrukaanpak die ‘werkbaar’ is via mkb-toets en het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Deze aanpak kan werken. Voorwaarde is wel dat de mkb-toets ook consequent wordt toegepast en de regelgeving daarop zo nodig wordt aangepast. Hierbij is van belang dat de nieuwe wetgeving niet kan worden ingevoerd zonder goede motivering waarom er in bepaalde gevallen geen mkb-toets is gehouden of de concept regelgeving niet is aangepast naar aanleiding van de mkb-toets de nieuwe wetgeving niet ingevoerd kan worden;
- een regeldrukaanpak die ‘merkbaar’ is via ‘Zwartboek regeldruk MKB-Nederland’, ‘Life events aanpak’, ‘Regeldruk Europa’, ‘Regeldruk gemeenten’ en ‘Regeldruk en innovatie’. Metaalunie twijfelt hierbij echter of met deze aanpak de benodigde regeldrukvermindering bereikt kan worden ten behoeve van het mkb. Kwantitatieve reductie doelstellingen ontbreken namelijk bij deze aanpak;
- een regeldrukaanpak die ‘meetbaar’ is via zogenaamde ‘Domeinaanpak’ en ‘Dashboard regeldruk’ van EZK. Deze aanpak is voor Nederland nieuw en moet zich gaan bewijzen in de praktijk. Metaalunie staat positief tegenover het idee van deze aanpak waarbij de dagelijkse praktijk van een mkb-ondernemer leidend is bij de reductie van regeldruk; en
- een regeldruk aanpak die ‘vindbaar’ is via ‘communicatie’ en ‘regelhulpen’. Digitale regelhulpen kunnen ondernemers helpen als de onderliggende wetgeving goed, mkb-vriendelijk en proportioneel is. Voor communicatie geldt iets soortgelijks. Als de wetgeving niet goed, niet mkb-vriendelijk en niet proportioneel is, helpt communiceren weinig. In algemene zin wordt het mkb nog moeilijk ‘bereikt’ via communicatie over allerlei concept wetgeving.
Metaalunie onderschrijft de vier pijlers van de kabinetsaanpak, maar blijft vinger aan de pols houden of deze aanpak nu eindelijk ook echt vermindering van regeldruk gaat opleveren.
Think and Act Small First: mkb-toets echt gaan toepassen
Metaalunie vindt dat bij de ontwikkeling van nieuw overheidsbeleid het mkb nadrukkelijker als uitgangspunt moet dienen en daarom ook vroegtijdig in het beleidsvormingsproces betrokken moet worden: ‘Think Small first’. In het Regeerakkoord is wederom – naar tevredenheid van Metaalunie – de mkb-toets voor nieuw beleid opgenomen. De praktijk van de afgelopen jaren laat echter zien dat veel ministeries de mkb-toets zien als ‘iets’ dat ze verplicht moeten afvinken en niet als een kans. Metaalunie roept de politiek en overheid dan ook op om niet alleen ‘Think Small First’, maar in de praktijk ook ‘Act Small First’ te hanteren. Mkb-vriendelijke wetgeving kan daarbij op twee manieren bereikt worden:
- door te zorgen dat de hele wetgeving mkb-vriendelijk is; of
- door een onderdrempel (bijvoorbeeld bedrijven < 50 medewerkers) in de wet op te nemen, waarvoor een lichter regime geldt. Als Metaalunie zouden we het liefst het in Groot-Brittannië gehanteerde systeem overnemen, waarbij de bewijslast wordt omgedraaid: iedere wet kent in principe deze onderdrempel met een lichter regime, tenzij de minister kan aantonen dat de gehele wet ook zonder deze drempel mkb-vriendelijk is.
Belangrijkere rol voor ATR in het regelgevingsproces noodzakelijk
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) heeft jarenlange kennis en kan een belangrijke rol spelen in het regelgevingsproces bij de verschillende ministeries. Vooral om de regels zo goed mogelijk te laten aansluiten op het mkb en onnodige, disproportioneel zware regeldrukkosten te voorkomen. Als ATR meer, beter en eerder in de verschillende regelgevingsprocessen bij alle ministeries betrokken wordt, kan veel onnodige regeldruk bespaard worden. Het ATR kan ook een belangrijke rol spelen in de vermindering van regeldruk van bestaande regelgeving. Als ministeries ATR-adviezen zonder goede motivering terzijde schuiven of ATR weigeren te betrekken bij hun regeldrukaanpak moet het ministerie van EZK aan de bel trekken en de Tweede Kamer voorgestelde wetswijzigingen niet aannemen.
Goede mkb-vriendelijke regelhulpen helpen regeldruk te verlagen voor het mkb
De beste regeldrukaanpak is bij de bron zorgen dat de regelgeving zelf zo mkb-vriendelijk mogelijk is. De realiteit leert echter dat bepaalde wetgeving te ingewikkeld blijft voor het mkb om goed uit en in te voeren. Een (digitale) regelhulp kan daarbij dan handig zijn. Iets wat in de praktijk bij verschillende ministeries helaas nog niet de cultuur is. Een voorbeeld: bij de totstandkoming van DSO/Omgevingsloket is de eerste jaren van de totstandkoming het mkb niet betrokken, met als gevolg een lang traject om achteraf een voor het mkb werkbaar digitaal loket te krijgen.
Geef mkb voldoende tijd bij invoering nieuwe wetgeving: VVM leidend
In 2010 heeft de Tweede Kamer de Vaste Verandermomenten (VVM) ingevoerd. Voor 2010 werd het hele jaar door (op iedere dag van het jaar) nieuwe wetgeving ingevoerd met vaak zeer korte invoeringstermijnen. Als VVM wordt gevolgd, zijn er nog slechts vier data in het jaar (te weten de eerste van ieder kwartaal) die gebruikt kunnen worden als datum voor inwerkingtreding en is er sprake van een minimale invoeringstermijn van twee maanden. Helaas waren er in 2010 gelijk vier uitzonderingsgronden gekoppeld aan deze VVM-verplichting. Daardoor is bij VVM in de praktijk de uitzondering de hoofdregel geworden. Veel te vaak worden de VVM-data en VVM minimale invoeringstermijn niet nageleefd bij de invoering van nieuwe wetgeving. Grootste probleem voor het mkb hierbij zijn de te korte invoeringstermijnen. Hierbij zijn in veel gevallen twee maanden invoeringstermijn ook veel te kort voor het mkb. Concreet pleit Metaalunie voor de volgende VVM-wijzigingen:
- wijzigen van de minimale invoeringstijd in de VVM naar zes maanden;
- de vier huidige VVM uitzonderingsgronden schrappen;
- één nieuwe uitzonderingsgrond: bij verlichting van de wetgeving (incl. verlaging van belastingen en verhoging van subsidies e.d.) geldt geen invoeringstermijn; en
- nieuwe wetgeving die niet aan deze nieuwe, strengere VVM regels voldoen, kunnen niet ingevoerd worden.
Geef EZK een stevigere rol bij aanpak regeldruk
Regie en doorzettingskracht op een (brede) regeldrukaanpak (voor het mkb) ontbrak de laatste jaren. Metaalunie vindt dat het ministerie van EZK een stevigere rol moet pakken bij de regie – en daarmee de rol van aanjager – van de aanpak van regeldruk. Kortom, borg eindverantwoordelijkheid binnen het kabinet. Kwantitatieve (naast uiteraard kwalitatieve) regeldrukreductie doelstellingen per ministerie kunnen hierbij zeer behulpzaam zijn. De in Duitsland succesvolle MKB-Indicatorbedrijven aanpak kan hierbij goed werken.
Win-win
Veel regeldruk belemmert mkb-ondernemers snel te kunnen reageren op marktkansen, door te groeien, te innoveren of medewerkers in dienst te nemen. Als de ‘Think and Act Small First’ aanpak succesvol wordt doorgevoerd en daardoor regelgeving en overheidsbeleid beter aansluit op het mkb – en het mkb hierdoor sneller kan anticiperen op marktwijzigingen – zal het een nog grotere economische en maatschappelijke rol voor Nederland kunnen vervullen. De ‘Think and Act Small First’ inspanningen worden dan snel win-win.