Bel mij terug

Zoek op trefwoord

Filter

Kies een categorie

Ruimte voor bedrijventerreinen

Ondernemersklimaat

In het kort

Een van de grootste uitdagingen voor Nederland is het grote (toekomstige) tekort aan woningen. De komende jaren wordt vanuit de overheid, op basis van plannen in het Regeerakkoord, extra ingezet op het bouwen van nieuwe woningen. Koninklijke Metaalunie erkent het belang van bouwen van woningen, maar is wel bevreesd dat de woningbouw disproportioneel ten koste gaat van de (fysieke) ruimte voor bedrijven. Metaalunie vraagt dan ook om de economische- en werkgelegenheidsargumenten evenwichtiger mee te nemen bij de keuze voor woningbouwlocaties. Dit om te zorgen dat ondernemers toekomstruimte blijven houden; ook op bedrijventerreinen aan de randen van dorpen en steden. Op die manier kunnen ze hun bedrijfsactiviteiten blijven voortzetten, mee groeien met wijzigende markteisen en zo een belangrijke rol blijven vervullen in de lokale gemeenschap.

Balans woningbouw en bedrijvigheid bewaken
Nederland kent niet alleen een tekort aan woningen, maar in veel regio’s is er op dit moment ook al een groot tekort aan bedrijventerreinen. En dit tekort is groeiende. Het is daarom, naast extra woningbouw, ook van belang dat mkb-maakbedrijven voldoende ruimte behouden om te ondernemen. Specifiek gaat het om ruimte op bedrijventerreinen voor uitbreidingen of wijzigingsplannen én de daarbij horende milieuruimte. Metaalunie ziet dat de ruimte voor ondernemers juist steeds meer beperkt wordt door oprukkende woningbouw in gemeenten. De balans tussen woningbouw en economie moet nadrukkelijk bewaakt worden. Metaalunie ziet het maatschappelijke belang van bouwen van meer woningen, maar ziet ook dat het voorkomen moet worden dat deze woningen te dicht bij belangrijke bedrijventerreinen gepland worden, waardoor naastgelegen bedrijven volledig op slot gezet worden. Dit laatste is ongewenst voor de lokale economie en arbeidsmarkt. Ook onderkent het onvoldoende de rol die de bedrijven(terreinen) kunnen hebben bij de realisatie van andere maatschappelijke uitdagingen. 

Belang van bedrijventerreinen
Het economische en maatschappelijke belang van bedrijventerreinen is duidelijk. Een aantal feiten:

  • In veel gemeenten zijn de bedrijventerreinen verantwoordelijk voor 30 tot 50% van alle directe en indirecte werkgelegenheid. 
  • Daarmee cruciaal voor een goede, sociale, diverse lokale en regionale arbeidsmarkt. 
  • In heel Nederland zijn alle bedrijventerreinen bij elkaar verantwoordelijk voor 40% van het BNP op slechts 2,6% van het oppervlakte van Nederland.
  • Het grootste deel van de innovaties in Nederland vindt op bedrijventerreinen plaats.
  • Verreweg de meeste bedrijventerreinen liggen aan de randen van steden en dorpen, dicht bij de ‘arbeidsmarkt.’ 
  • Bedrijventerreinen spelen al een grote rol en willen graag een nog grotere rol spelen in het leveren van zonne-energie, verduurzaming en circulariteit.
  • Een belangrijk deel van de sponsorgelden van alle lokale verenigingen komt van bedrijven op het lokale bedrijventerrein.

Bedrijventerreinen verdienen het daarom om gekoesterd en gefaciliteerd te worden. We hebben het hierboven over bedrijventerreinen voor bedrijven in milieu-categorie 3.1 en hoger (dit betreft de meeste bedrijventerreinen in Nederland) én niet over logistieke hubs en/of kantorenparken.

Zorgen: woningbouwplannen vergroten tekort aan bedrijventerreinen
Eind 2022 heeft minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) de Nationale Woon– en Bouwagenda en het programma Woningbouw gepresenteerd. Hiermee wil de minister het tekort aan woningen versneld aanpakken. Met de plannen neemt de minister nadrukkelijker de regie op de volkshuisvesting. Er zijn afdwingbare prestatieafspraken met provincies, gemeenten, corporaties en marktpartijen gemaakt over het opvoeren van het tempo, nieuwbouw en betaalbare woningen. Nationale doelen zijn omgezet in provinciale taakstellingen, regionale woondeals en lokale prestatieafspraken. Inmiddels is voor iedere regio duidelijk hoeveel woningen er de komende tien jaar jaarlijks bij komen. 

In totaal heeft de minister voor heel Nederland 900.000 extra woningen gepland tot 2030. De minister voor VRO schetst in zijn plannen echter niet duidelijk hoe de verhoudingen binnen gemeenten moeten zijn tussen woningbouw en bedrijventerreinen. Een gemiste kans. Metaalunie maakt zich zorgen dat de stevige taakstelling van de minister ervoor gaat zorgen dat veel gemeenten bedrijventerreinen opofferen voor woningen. ‘De ‘V’ wint het dan van de ‘RO’ (en de economie); een ontwikkeling die Metaalunie nu al in veel gemeenten ziet ontstaan. Hiermee dreigt het tekort aan bedrijventerreinen, maar ook de uitbreidings- en milieuruimte, alleen maar toe te nemen. Dit gaat ten koste van de mogelijkheden voor bedrijven om op de toekomst te kunnen anticiperen en daarmee hun belangrijke economische en maatschappelijke rol te kunnen blijven vervullen.  

Flexibeler omgaan met de ‘inbreidingsfilosofie’ 
Naast de recente kabinetsplannen die inzetten op een forse stijging van de woningbouw, zet ook het rigide hanteren van de zogenaamde ‘inbreidingsfilosofie’ in de Ruimtelijke Ordening (RO) druk op ruimte voor bedrijventerreinen. Inbreiding is extra bouwen binnen bestaande bebouwing van een stad of dorp. Daardoor komen woon- en bedrijfsbestemmingen die elkaar niet verdragen te dicht bij elkaar. Dit hoeven geen grote afstanden te zijn. Voor de meeste bedrijven op bedrijventerreinen is 100 à 200 meter voldoende, vooral in verband met de stringente geluidseisen die gesteld worden aan bedrijven. Metaalunie pleit er voor om flexibeler om te gaan met de inbreidingsfilosofie als dit disproportioneel ten koste gaat van belangrijke bedrijventerreinen. In sommige steden en dorpen is het dan beter om uit te breiden naar buiten de huidige bebouwingsgrenzen.

Afstemming ministeries BZK en EZK noodzakelijk
Niet alleen de minister voor VRO is verantwoordelijk voor een goed RO beleid in Nederland. Met betrekking tot economische belangen is het ook van belang om het ministerie van EZK te betrekken bij RO keuzes. Metaalunie ondersteunt dan ook de wens van EZK om een ‘Bedrijventerreinenbeleid’ op te stellen. 

Landelijke regie op woningbouwlocaties noodzakelijk
De conclusie is helder: woningbouw gaat nu al in veel gemeenten ten koste van belangrijke bedrijvigheid. In de RO is daarom betere (landelijke) regie voor woningbouw en bedrijvenlocaties noodzakelijk. Metaalunie vraagt daarom:

  • Om bij Ruimtelijke Ordeningsbeleid – zoals bijvoorbeeld in de recente kabinetsplannen – ook meer oog te hebben voor het belang van voldoende bedrijventerreinen én milieu-, uitbreidings- en wijzigingsruimte op bedrijventerreinen. Woningbouw en bedrijventerreinen kunnen ook prima samen door betere RO-keuzes te maken.
  • Dit kan door naast duidelijke afspraken op het gebied van woningbouw ook duidelijke afspraken met provincies en vooral ook gemeenten te maken op het gebied van ruimte voor bedrijven(terreinen). Bijvoorbeeld doordat:
    • de minister voor VRO goede afstandscriteria vastlegt voor woningbouw in de nabije omgeving van (bestaande) bedrijventerreinen; 
    • de minister van EZK er – tezamen met provincies – op toeziet dat bedrijventerreinen in de praktijk niet opgeofferd worden aan woningen op of te dichtbij bedrijventerreinen;
    • de minister van EZK moet hierbij nadrukkelijk de focus verbreden in het momenteel in ontwikkeling zijnde ‘EZK-bedrijventerreinenbeleid.’ De focus moet hierbij uitgebreid worden van rijks– en provinciale bedrijventerreinen naar ook de gemeentelijke bedrijventerreinen. De meeste bedrijventerreinen in Nederland zijn ook gemeentelijke bedrijventerreinen. Provincies kunnen zo nodig planologische medewerking onthouden als gemeenten toch bedrijventerreinen willen opofferen;
    • gemeenten een bestendig en toekomstgericht bedrijventerreinenbeleid ontwikkelen, waarbij een goede balans tussen nieuwe woningbouwlocaties en bedrijventerreinen wordt betracht. De VNG richtlijn ‘Bedrijven en milieuzonering’ (die veel gemeenten gebruiken in hun bestemmings-/omgevingsplannen) moet daarbij de veelal mkb-bedrijven op deze bedrijventerreinen ook een goed toekomstperspectief blijven geven.
  • Ook bestaat er een sturingsmogelijkheid om woningen op voldoende afstand te houden van bedrijventerreinen via woonsubsidies. Deze kunnen tot €10.000 per woning bedragen. Bijvoorbeeld door te bepalen dat er geen subsidie verkregen wordt als woningen ten koste gaan van de verdienkracht van nabijgelegen bedrijventerreinen. 
  • Om de inbreidingsfilosofie in de RO waar nodig los te laten. 
  • Om bedrijventerreinen te gebruiken waarvoor deze eigenlijk bedoeld zijn, te weten voor bedrijven in de zogenaamde milieucategorie 3.1 en hoger. Dit kan door een minimum milieucategorie van 3.1 en hoger op te nemen in bestemmings-/omgevingsplannen. De provincie Zuid-Holland past dit al toe. De milieucategorie 1 en 2 bedrijven (die nu vaak op bedrijventerreinen zitten) kunnen prima tussen de woonbebouwing. Maakbedrijven in categorie 3.1 en hoger betalen de inspanning voor deze extra ruimte terug door hun grote economische en maatschappelijke bijdrage voor Nederland en de regio. 

Ook interessant