Bel mij terug

Zoek op trefwoord

Filter

Kies een categorie

Handelsbevordering

Internationaal ondernemen standpunt

In het kort

Nederland is exportkampioen. Onze welvaart hebben we voor een belangrijk deel te danken aan onze handelsgeest. Ondanks onze sterke internationale oriëntatie is het allerminst vanzelfsprekend dat we kunnen vasthouden aan die goede exportcijfers: de exportpositie van Nederland staat onder druk. Het is van belang dat de overheid en het bedrijfsleven continue aandacht hebben voor het exportpotentieel van het Nederlandse bedrijfsleven.

Koninklijke Metaalunie vindt dan ook een belangrijke voorwaarde voor onze handelsbevordering dat we in Nederland een ondernemersklimaat scheppen dat bedrijven in staat stelt internationaal te kunnen blijven concurreren. Een goed innovatieklimaat is daarbij cruciaal, omdat we daarmee het verschil kunnen maken. De handelsbevordering moet zorgen voor versnelling van de internationalisering van het mkb door ondernemers te stimuleren en te ondersteunen.

Belang van de export voor de mkb-maakindustrie in Nederland
Een derde van ons inkomen en een derde van alle banen in Nederland zijn afhankelijk van onze internationale handel. Afgelopen jaar verdienden we 279 miljard euro aan de export. Belangrijk gegeven daarbij is dat we het meest verdienen aan de export van industriële producten. De internationale handel en daarmee de concurrentie (op de binnenlandse markt) is in de afgelopen decennia enorm toegenomen door met name de sterke ontwikkeling van opkomende markten, de komst van het internet en de afnemende kosten en ontwikkeling van de logistiek. Voor mkb-maakbedrijven is export van essentieel belang in hun voortbestaan. Een aantal cijfers:

  • 65% van de totale export van het hele Nederlandse bedrijfsleven wordt gerealiseerd binnen de EU. 6% gaat naar het VK en 15% (slechts!) naar de G20 landen.
  • 50% van de 15.000 aangesloten leden van Metaalunie exporteert. De totale exportomzet van de leden is 12%. Echter, een veel groter aandeel van de producten vindt zijn weg naar het buitenland, omdat het in producten wordt verwerkt van Nederlandse klanten. Veel bedrijven exporteren slechts een klein deel van hun omzet die vaak vraaggestuurd tot stand komt. Bedrijven met een gestructureerde exportaanpak exporteren een groter aandeel. 
  • De belangrijkste exportbestemmingen voor mkb-maakbedrijven zijn Duitsland en België (samen goed voor meer dan 50% van de export), het VK en Frankrijk. Buiten Europa is de VS de belangrijkste exportbestemming. 
  • De belangrijkste afzetmarkten binnen de mkb-maakindustrie zijn landbouw, voedingsmiddelenindustrie, machinebouw, transportsector, bouw en energie.
  • Over alle sectoren heen is het exportpotentieel binnen Europa het grootst met als meest kansrijke landen in centraal Europa: Polen, Tsjechië, Roemenië en Oostenrijk. In zuidwest Europa zijn dat Frankrijk, Italië en Spanje. Daarnaast is er veel exportpotentieel in Scandinavië, met name Denemarken en Zweden.


Exportpositie van Nederland onder druk, kansen worden onvoldoende benut
Ondanks de internationale blik die we hebben, is de toekomst van onze export allerminst vanzelfsprekend. We hebben onze welvaart te danken aan handel en het gaat (nog) goed met Nederland. Metaalunie constateert echter dat de exportpositie van Nederland wel degelijk onder druk staat. Dat komt omdat de wereldhandel en dus de internationale concurrentie snel is toegenomen. Vooral de opkomende markten hebben veel geprofiteerd van de toegenomen wereldhandel. Denk daarbij aan Azië, maar ook aan landen in centraal Europa als bijvoorbeeld Polen, Tsjechië en Roemenië. 

Tevens constateert Metaalunie dat nog lang niet alle kansen met betrekking tot handel (of export) worden benut door Nederlandse (mkb-)bedrijven. Dat werd onlangs opnieuw bevestigd door een onderzoeksrapport dat RVO heeft laten uitvoeren door Ecorys. Het Ecorys concludeert dat Nederland nog miljarden aan export laat liggen, met name binnen Europa. 

De maaksector komt naar voren als belangrijke sector met nog veel exportpotentieel. Het is dus van essentieel belang dat de Nederlandse overheid en het (mkb-)bedrijfsleven intensief samenwerken om het exportpotentieel van Nederland nog meer te benutten. Voorwaarde is dat we in Nederland een ondernemersklimaat scheppen dat bedrijven in staat stelt internationaal te kunnen blijven concurreren. En niet onbelangrijk: exporterende ondernemingen groeien sneller, weten hun risico’s beter te spreiden, hebben een beter inzicht in de kansen en bedreigingen en bovendien innoveren zij sneller.

Goed innovatieklimaat cruciaal om verschil te maken
Om internationaal te kunnen concurreren, is innovatie de kracht waarmee we onze voorsprong kunnen behouden. Immers, onze lonen en kosten liggen nu éénmaal te hoog om op prijs te kunnen concurreren. Mkb-maakbedrijven zullen met name door productie-innovatie (ook wel procesinnovatie genoemd) in staat zijn om slim, snel, flexibel, betrouwbaar, duurzaam en mankracht arm te produceren. Een overheid die investeert in het innovatie potentieel van mkb-maakbedrijven, investeert zo ook in het exportpotentieel van onze industrie. 

Huidige exportbeleid mist vaak aansluiting bij het mkb-maakbedrijf
Voor veel mkb-bedrijven is export niet een vanzelfsprekende activiteit. Onzekerheid over waar te beginnen, gebrek aan kennis van de markt, fysieke afstand tot de markt, andere wet- en regelgeving en cultuurverschillen zijn vaak belangrijke redenen om ‘thuis’ te blijven. Bovendien zien veel ondernemers nog steeds voldoende kansen dicht bij huis. Maar dat maakt met name mkb-bedrijven ook kwetsbaar. Veel mkb-maakbedrijven aarzelen om internationaal actief te worden, terwijl het potentieel er wel degelijk is. Metaalunie vindt dan ook dat de overheid ook een rol heeft bij het helpen van mkb-maakbedrijven om internationaal actief te worden. Metaalunie constateert echter dat het huidige exportbeleid vaak onvoldoende aansluit/oog heeft voor mkb-(maak)bedrijven. Een gemiste kans!

Handelsbevordering moeilijker bereikbaar voor mkb-maakbedrijven
De publieke taak voor het bevorderen van de handel met het buitenland, valt onder het ministerie van Buitenlandse Zaken (BUZA). Ook andere ministeries zijn betrokken bij de handelsbevordering, zoals het ministerie van Economische Zaken en klimaat (EZK) waaronder het topsectorenbeleid en de KvK’s vallen. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in combinatie met het postennetwerk is uitvoerder van het handelsbevorderende beleid van de overheid. Regionaal worden handelsbevorderende programma’s uitgevoerd door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen. De organisatie van de handelsbevordering wordt voor een belangrijk deel ontwikkeld middels publiek-private samenwerking dat continue in ontwikkeling is. Metaalunie is partner van het publiek-private bouwwerk en hecht veel waarde aan een goede samenwerking en een afgestemd handelsbevorderend beleid. 

Metaalunie constateert echter dat in de afgelopen jaren de handelsbevordering steeds moeilijker bereikbaar is geworden voor mkb-maakbedrijven. Dit blijkt uit:

  • Te veel focus op topsectoren
    Het exportbeleid heeft zich (te) veel gericht op de topsectoren en de ontwikkeling van sleuteltechnologieën. Het is begrijpelijk dat wordt ingezet op belangrijke toekomstige thema’s, maar er is te veel voorbij gegaan aan de unieke positie die de mkb-maakbedrijven in Nederland innemen. 
     
  • Gebrek aan betrokkenheid van de brancheorganisaties leidt tot mismatch tussen de vraag van bedrijven en inzet van de overheid
    Ondanks de positieve voortgang die er wordt geboekt in de publiek-private samenwerking ziet Metaalunie een enorm gebrek aan overleg en betrokkenheid als het gaat om de programmering van activiteiten van de overheid. Goed zijn de brede consultaties die de overheid heeft gevoerd met de private partijen over de internationale behoeftes van het bedrijfsleven, maar vervolgens is er steeds minder betrokkenheid bij de totstandkoming van programma’s en activiteiten. 
    Een gemiste kans, omdat er te weinig gebruik wordt gemaakt van de kennis van maakbedrijven die binnen de brancheorganisaties, zoals Metaalunie, aanwezig zijn. Ook in het bereiken van bedrijven om mee te doen met activiteiten lijkt de overheid steeds meer te varen op de eigen kennis van bedrijven. Metaalunie pleit voor een betere samenwerking op het gebied van ontwikkelingen instrumentarium, programma’s en diensten.
     
  • Veel focus op nieuwe markten sluit niet altijd goed aan bij de wensen van het mkb
    Het is begrijpelijk en ook goed dat de handelsbevordering extra inzet op de potentiële markten van de toekomst. Metaalunie ziet echter dat het onbenut exportpotentieel van de maaksector de meeste toekomst heeft in Europa. Mkb-maakbedrijven, vaak in de rol als toeleverancier naar de grotere industrieën, hebben nog een wereld te winnen binnen Europa. Zeker nu er een tendens is bij grote bedrijven om dichterbij huis te produceren (near-shoring). Een onlangs verschenen rapport, ‘Identifying market opportunities for Brexit affected sectors’, dat Ecorys maakte in opdracht van RVO liet duidelijk het onbenut exportpotentieel binnen Europa zien.
     
  • Aandacht voor SDG’s belangrijk, gelijk speelveld in geding
    Metaalunie staat achter de koppeling van het Nederlandse handelsbevorderende beleid met de “sustainable development goals” (SDG’s) ofwel “duurzame ontwikkelingsdoelstellingen” van de Verenigde Naties. Deze SDG’s hebben als doel een einde te maken aan extreme armoede, ongelijkheid, onrecht en klimaatverandering. Wel stelt Metaalunie dat deze SDG’s het verdienvermogen moeten versterken, er geen disproportionele administratieve last bij het mkb ontstaat en niet leidt tot een ongelijk speelveld.  
     
  • Interesse voor de SIB voucher regeling na aanpassing verdwenen 
    Het voucher subsidie programma SIB (Support International Business) dat ondernemers advies geeft bij het starten van export, is sinds april 2022 gewijzigd. 
    De wijzigingen hebben ertoe geleid dat er nog nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de regeling. Jammer, want onze export is van levensbelang en dus is het werken aan het vergroten van het aantal exporteurs ook heel belangrijk. De regeling is vernauwd; er moet nu voor betaald worden en er is geen prikkel meer aan private kant om de regeling goed te promoten. Metaalunie vraagt aan de overheid weer samen te werken met de branches om ondernemers te activeren om naar het buitenland te exporteren. Het potentieel aan bedrijven is zo veel groter dan er nu via de SIB wordt bereikt.

Oplossingen voor versterken van de handelsbevordering mkb-maakindustrie
Metaalunie vindt dat er in de handelsbevordering meer aandacht zou moeten zijn voor  het exportpotentieel van de Nederlandse maakindustrie. Metaalunie ziet een aantal oplossingen:

  • Productie innovatie zorgt er voor dat we internationaal kunnen blijven concurreren. Het creëert bedrijven die (als toeleverancier) onderdeel zijn van een Europese of mondiale waardeketen die ideale partners vormen voor de Europese en wereldwijde industrie. De handelsbevordering van de overheid moet meer inzetten op het exportpotentieel van deze mkb-bedrijven. Dat kan door het huidige aanbod van subsidies, dienstverlening en programma’s zoals handelsmissies geschikt te maken voor dit soort bedrijven.
  • Metaalunie vraagt om een betere afstemming en samenwerking met de overheid als het gaat om de inzet om de maakindustrie te helpen bij het internationaliseren.
  • Metaalunie vraagt de overheid om de focus op de handelsbevordering ook voor de komende jaren te blijven richten op de nabije markten. Laat het landenbeleid in verhouding staan met de export en het exportpotentieel naar die landen. Met het oog op de trends van een Europese strategische autonomie zullen kansen op termijn in Europa toenemen.
  • De SIB subsidievoucher is de enige echte mkb-exportsubsidie die ondernemers op een praktische manier helpt bij de ontwikkeling van de export. Deze SIB moet eerder worden uitgebreid dan uitgekleed. Metaalunie vraagt dan ook om te zorgen dat de regeling wordt verruimd op het vlak van criteria, modules en financiële ondersteuning en dat bij deze ondersteuning de samenwerking meer wordt opgezocht met organisaties als Metaalunie.
  • De handelsbevordering van de overheid wordt nadrukkelijk gekoppeld met een verplichting van bedrijven om zich te houden aan de regels van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Metaalunie is hier niet op tegen, maar vraagt de overheid hierbij wel rekening te houden met het gevaar dat dit het speelveld bij internationaal ondernemen kan verstoren.