Werknemer is geen eigenaar
De fiets wordt door de werkgever of leasemaatschappij aangeschaft en door de werkgever ter beschikking gesteld aan de werknemer voor (ook) woon-werk verkeer. De werkgever betaalt de aanschafkosten/leasekosten. De werknemer is alleen gebruiker van de fiets.

Bij einde dienstverband of einde leaseperiode kan de werknemer de fiets wel tegen de marktwaarde overnemen van de werkgever of de leasemaatschappij.

Bijtelling
De werknemer kan de fiets zowel voor woon-werkverkeer als privé gebruiken. Voor dit gebruik wordt een bijtelling van 7% van de waarde van de fiets per jaar bij het loon geteld. Als de fiets niet privé wordt gebruikt blijft de bijtelling toch 7%.
De bijtelling wordt berekend over de cataloguswaarde van de fiets incl. btw. Maandelijks worden er op de salarisstrook loonheffingen over de bijtelling ingehouden.

Bij een leasefiets met een cataloguswaarde van € 3.000,- incl. btw betekent dit dus een bijtelling van € 210,- per jaar, dat is € 17,50 per maand. Bij een loonheffing van (stel) 40% is dit maandelijks € 7,- netto minder loon.
De werkgever kan ervoor kiezen om de bijtelling niet ten laste van de werknemer te laten komen maar om die -hierboven gesteld op € 210,- per jaar- als eindheffingsloon in de vrije ruimte van de werkkostenregeling onder te brengen. Dan blijft het netto loon van de werknemer gelijk.

Samenloop met onbelaste reiskostenvergoeding
De fiets van de zaak is voor de belastingheffing ‘Vervoer van de werkgever’. Dit betekent dat u de werknemer geen onbelaste reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer (maximaal € 0,23 per kilometer) mag betalen voor de dagen dat hij/zij met de fiets naar het werk komt. Als deze vergoeding nu wel wordt betaald is een fiets van de zaak mogelijk niet aantrekkelijk voor de werknemer.

Voor de dagen waarop de werknemer met ander vervoer naar het werk komt is wel een onbelaste reiskostenvergoeding mogelijk. Die vergoeding kan op nacalculatie worden berekend maar ook als een vast bedrag per maand.
Voor een vaste reiskostenvergoeding is een individuele afspraak met voldoende realiteitsgehalte tussen werkgever en werknemer nodig. Daarin wordt afgesproken op hoeveel dagen per jaar met ander vervoer naar de zaak wordt gereisd. Een incidentele afwijking van de afspraak leidt niet direct tot belasten van de vergoeding.
Het doorbetalen van de reiskostenvergoeding bij gebruik van de fiets voor het woon-werk traject is belast loon, maar kan wel in de vrije ruimte van de werkkostenregeling wordt ondergebracht. Let echter op dat als die vrije ruimte onvoldoende is daarover 80% eindheffing moet worden betaald.

Bijdrage werknemer: cafetariasysteem
Werkgever en werknemer kunnen afspreken dat de werknemer voor het gebruik van de fiets iedere maand een deel van het brutoloon en/of van de bestaande reiskostenvergoeding inlevert. Op deze manier kost het de werkgever per saldo minder of niets extra.

Het is voor de werknemer belangrijk om te beseffen dat hij/zij door deze regeling maandelijks minder netto overhoudt dan voorheen. Dit komt door inhouding van loonheffing over de 7% bijtelling, en het aanvullend brutoloon inleveren. Daarbij komt nog dat de (netto) reiskostenvergoeding kan dalen.
In de praktijk zien we daarom dat de fiets van de zaak meestal niet interessant is voor werknemers die nu al een maximale onbelaste reiskostenvergoeding krijgen.

Voorbeeld overeenkomsten
Mocht u een (lease)fiets ter beschikking willen stellen aan een werknemer dan kunt u onderstaande overeenkomst gebruiken.

- Bijlage 2 / Concept overeenkomst bij ter beschikking gestelde fiets of leasefiets
- Bijlage 2a / Toelichting bij invullen van de overeenkomst van lease of terbeschikkingstelling van de fiets

Vragen?
Voor vragen kunt u contact opnemen met een van de adviseurs van Team Ondernemen en Bedrijfsontwikkeling via tel. 030 - 605 33 44 of oef@metaalunie.nl.