De industrie heeft een moeilijke tijd achter de rug, maar lijkt begonnen te zijn aan een voorzichtig herstel. Naar verwachting zet dit herstel in 2025 verder door. De ondernemers in de sector worden echter beperkt in hun mogelijkheden vanwege een structureel tekort aan technisch personeel. De snelle stijging van de arbeidsproductiviteit maakt gelukkig veel goed. De binnenkort te verschijnen Economische Barometer van de MKB-maakindustie onderschrijft dit toenemende herstel en het toenemende tekort op de arbeidsmarkt.
Vooral in 2023 en in het eerste kwartaal van 2024 stond de industriële productie onder druk. Door de in 2022 snel gestegen rente nam de vraag naar industriële producten wereldwijd af. Veel industriële ondernemingen, groothandels en winkelbedrijven hadden tijdens de pandemie extra voorraad opgebouwd, die na de pandemie vanwege de stijgende rente en terugvallende vraag werd afgebouwd. Ook daalde de vraag naar energie-intensieve producten zoals chemicaliën en staal, doordat de energiekosten in Europa als gevolg van de hoge gasprijs relatief hoog zijn. De vraag naar investeringsgoederen zoals productiemachines daalde eveneens, maar doordat veel Nederlandse machinebouwers nog over grote portefeuilles openstaande orders beschikten, bleef de productie daarvan wel op peil.
Gebrek aan technisch personeel
Het tekort aan arbeidskrachten piekte in de zomer van 2022; ruim 40 procent van de ondernemers in de industrie zag een tekort aan arbeidskrachten toen als de belangrijkste belemmering. Daarna nam het tekort wat af door de daling van de industriële productie. Momenteel geeft 29,5 procent van de ondernemers aan vooral last te hebben van een tekort aan arbeidskrachten. Naar verwachting zal het tekort volgend jaar toenemen door het herstel van de industrie. ABN AMRO verwacht voor dit jaar een groei van 1,5 procent en voor 2025 van maar liefst 6,0 procent.
De sector kampt met een structureel tekort aan technisch geschoold personeel, dat door de vergrijzing verder kan toenemen. Maar liefst 28 procent van de medewerkers in de industrie is 55 jaar of ouder, tegen 23 procent in de gehele Nederlandse economie, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De industrie moet dus alle zeilen bij zetten om voldoende arbeidskrachten aan te trekken en de productiviteit te verhogen.
Stijgende arbeidsproductiviteit
Dat laatste gaat de industrie gelukkig goed af. In de periode 2015-2022 steeg de arbeidsproductiviteit in de industrie met 21 procent, blijkt uit CBS-cijfers. Ter vergelijking: in de gehele economie was dat nog geen 5 procent. Vooral in de machine-industrie steeg de arbeidsproductiviteit snel, sinds 2015 met maar liefst 71 procent. Dit is vooral te danken aan de wereldwijde verkoop van onderscheidende Nederlandse productiemachines in bijvoorbeeld de food, agri en semicon, waardoor de toegevoegde waarde per gewerkt uur buitengewoon snel toeneemt. Het aantrekken van kennismigranten zou de komende jaren duurder kunnen worden, omdat de nieuwe regering van PVV, VVD, NSC en BBB de fiscale voordelen voor kennismigranten mogelijk versobert.
> Voor meer informatie over de industrie of andere sectoren download het hele rapport.