Het kabinet heeft advies van de SER voor een beter werkende arbeidsmarkt uitgewerkt en zet het wetgevingstraject nu in gang. De maatregelen moeten zorgen voor meer inkomenszekerheid voor specifieke groepen, bijvoorbeeld door een einde te maken aan eindeloze ketens van tijdelijke contracten.
Wat ik als kern heb teruggelezen in het oorspronkelijke SER-advies, is dat flexibele arbeid minder flexibel en vaste arbeid minder vast wordt. Maar zoals wel vaker het geval is, heeft het kabinet moeite met de uitwerking van het advies naar wet- en regelgeving. Het is een vertaalslag geworden die maakt dat Koninklijke Metaalunie de wenkbrauwen fronst en met argusogen kijkt naar hoe het allemaal gaat uitpakken in de praktijk.
Begrijp me niet verkeerd: we gaan uit van de goede wil van het kabinet, maar het verleden heeft ons geleerd dat de plank net misslaan op de loer ligt. En ondanks dat de SER nadrukkelijk heeft meegegeven dat ‘dit een alles of niets advies is’, is er een Rutte IV sausje overheen gegoten die zomaar een bittere nasmaak kan hebben. Ik vind namelijk dat flexibele arbeid heel hard minder flexibel wordt, maar dat de vaste arbeid mondjesmaat en met veel pijn en moeite een klein beetje minder vast wordt. Daarmee is er geen balans tussen beide uitgangspunten.
Veel hangt ook af van definities. Neem bijvoorbeeld het idee om een arbeidsongeschiktheidsverzekering verplicht te stellen voor alle zelfstandigen. Wat is een zelfstandige? Het is belangrijk te weten wie er wel en niet onder geschaard worden. Daar zijn nu brede uitspraken over gedaan, zoals: alle zelfstandigen met en zonder personeel die onder de inkomstenbelasting vallen. Dat vraagt om nadere uitleg. In mijn optiek heeft een zelfstandige per definitie geen personeel. Deze blog wordt erg complex als ik dit hier probeer toe te lichten. Ik nodig u uit hier zelf een beeld van te vormen.
Ondernemers nemen bewust risico’s, dat hoort er nu eenmaal bij. Je moet ervoor zorgen dat de gevolgen ervan bij de ondernemers blijft liggen. Schijnzelfstandigheid aanpakken is prima: maar dat moet niet ten koste gaan van de ‘echte’ goedwillende ondernemers.
Om positief af te sluiten: er zijn goede elementen terug te vinden in de brief van de minister. Zo krijgen, met name kleinere, ondernemers bij loondoorbetaling bij ziekte eerder duidelijkheid of ze met iemand verder kunnen, of dat wordt ingezet op re-integratie elders. Na jaren van discussie is dat een goede stap vooruit, net als het toewerken naar een minimum tarief van een ZZP-er.
Jos Kleiboer, Directeur Beleid Koninklijke Metaalunie