Bel mij terug

Zoek op trefwoord

Filter

Kies een categorie
Verkiezingen 25 | 10 okt 2025

Technologische innovatie moet vooral toegepast worden in de praktijk

PvdA-kandidaat Bolhuis ziet dat het huidige industriebeleid te veel is gericht op technologie als doel op zich. We hebben nu een nationale technologiestrategie, en dat is goed. Maar het gaat uiteindelijk om de toepassing van technologie in de praktijk.

In aanloop naar de verkiezingen vraagt Koninklijke Metaalunie politieke partijen naar hun visie op de MKB-maakindustrie. Deze sector, met meer dan 15.000 bedrijven, vormt een onmisbare schakel in de Nederlandse economie en is van groot belang voor innovatie, verduurzaming en werkgelegenheid. Dit keer geeft Wimar Bolhuis, kandidaat-Tweede Kamerlid namens de PvdA, zijn visie.

Volgens Bolhuis is het mkb niet alleen economisch, maar ook sociaal van grote waarde. “Mkb- en maakbedrijven zorgen voor het grootste deel van de werkgelegenheid in Nederland. Ze zijn de ruggengraat van onze economie, maar ook van onze samenleving. In de toeleveringsketens spelen ze een cruciale rol. Als het mkb zou wegvallen, zouden grote internationale ketens uit elkaar vallen. Bovendien hebben veel kleinere bedrijven een belangrijke sociale functie in hun omgeving; ze dragen bij aan lokale werkgelegenheid en maatschappelijke samenhang.”

De maakindustrie verdient daarom volgens hem een stevige positie in het toekomstige industriebeleid. “Ook in de industrie van de toekomst, bijvoorbeeld die rond defensie, is het belangrijk dat de maakindustrie een volwaardige rol krijgt.”

Arbeidsmarkt, energie en productiviteit
Bolhuis noemt drie thema’s die op dit moment het meest drukken op mkb-maakbedrijven: personeelstekort, energielasten en arbeidsproductiviteit. “De arbeidsmarkt is de grootste uitdaging. Bedrijven moeten aantrekkelijk blijven voor nieuw talent, maar ook investeren in scholing en binding van medewerkers. Daarnaast kampen veel ondernemers met hoge energiekosten en beperkte ruimte op het elektriciteitsnet. En ondertussen moeten ze tijd en ruimte vinden om te blijven innoveren en de productiviteit te verhogen. Dat vraagt om gerichte steun.”

De PvdA pleit daarom voor investeringen in onderwijs en energienetten. “We willen meer geld voor onderwijs, met extra aandacht voor vakscholen. Ook willen we de netwerkkosten en tarieven voor bedrijven verlagen. En we investeren via een toekomstfonds van 25 miljard euro in nieuwe technologieën en transities. Daarin moet het mkb nadrukkelijk worden meegenomen.”
 

“Ook in de industrie van de toekomst, bijvoorbeeld die rond defensie, is het belangrijk dat de maakindustrie een volwaardige rol krijgt.”
 

Technologie als middel, niet als doel
Bolhuis ziet dat het huidige industriebeleid te veel is gericht op technologie als doel op zich. “We hebben nu een nationale technologiestrategie, en dat is goed. Maar het gaat uiteindelijk om de toepassing van technologie in de praktijk. Dat noemen sommigen sociale of maatschappelijke innovatie. De grote vraag is niet welke technologieën we ontwikkelen, maar hoe we ze gebruiken om processen te verbeteren, productiviteit te verhogen en maatschappelijke problemen op te lossen.” Volgens hem moet de focus verschuiven van losse bedrijven naar ketens en ecosystemen. “Je bereikt meer als je samenwerking stimuleert binnen ketens. Dat levert schaalvoordelen op en versnelt innovatie. Zeker met de defensie-industrie in opkomst kan dat veel betekenen voor de achterban van Metaalunie.”

 

 

Versnellen van verduurzaming
De PvdA wil ook dat bedrijven sneller kunnen verduurzamen. “Er moet meer kennis beschikbaar komen over wat er nog kan worden gedaan op dat vlak,” zegt Bolhuis. “De overheid moet bedrijven niet alleen stimuleren, maar ook helpen om de transitie te maken. Grote ondernemingen kunnen veel zelf, maar kleinere bedrijven hebben steun nodig , bijvoorbeeld bij financiering of garantstellingen. Het toekomstfonds en de nationale investeringsinstelling moeten die rol gaan vervullen. Zij kunnen juist de investeringen mogelijk maken die de markt nu niet doet, ook als dat meer risico vraagt.”

Volgens Bolhuis moeten financieringsinstrumenten bovendien beter aansluiten bij het mkb. “Niet alle innovaties zijn miljoenenprojecten. Soms gaat het om een investering van enkele tonnen in nieuwe software of procesautomatisering. Die zijn moeilijk te financieren, terwijl ze grote impact hebben. Daarvoor moeten we meer ruimte bieden, bijvoorbeeld via garantiestellingen of verruimde investeringsregelingen.”

Naar een toekomstgericht industriebeleid
Bolhuis pleit voor een actieve rol van het ministerie van Economische Zaken. “EZ moet weer de regierol krijgen over het industriebeleid, met een groter budget en meer consistentie. We willen dat het ministerie niet alleen bestaande belangen verdedigt, maar juist investeert in de economie van de toekomst: circulair, digitaal en duurzaam. Daarom moet er structureel meer geld naar onderzoek, ontwikkeling en energietransitie.”

Volgens hem is dat ook waar de samenwerking met GroenLinks en PvdA om draait. “We moeten bedrijven helpen veranderen. Dat kan niet alleen vanuit de markt. De overheid heeft een verantwoordelijkheid om nieuwe technologie en verduurzaming mogelijk te maken. Dat is de kern van de industriepolitiek van de toekomst.”