Bel mij terug

Zoek op trefwoord

Filter

Kies een categorie

Vakantiewetgeving

Verlof & vakantie

In het kort

  • Ook werknemers die arbeidsongeschikt zijn bouwen volgens de normale regels vakantiedagen op.
  • Er zijn wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Deze kennen een verschillende verval- of verjaringstermijn.

Het Europese Hof van Justitie heeft bepaald dat er bij de vakantieopbouw geen onderscheid mag worden gemaakt tussen arbeidsgeschikte werknemers en arbeidsongeschikte werknemers. Iedere werknemer, zowel geheel als gedeeltelijk arbeidsongeschikt, bouwt dus vakantiedagen op. De vakantiedagen die de werknemer opbouwt kennen een verval- en verjaringstermijn.

Wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen
Het is belangrijk om eerst een onderscheid te maken tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Werknemers krijgen een wettelijk aantal vakantiedagen per jaar. In uren is dit 4 keer het aantal uren dat de werknemer per week werkt.  Een fulltime werknemer heeft dus wettelijk gezien recht op 20 vakantiedagen per jaar (4 x 5 dagen).

Als de werknemer meer vakantiedagen opbouwt dan het wettelijk aantal, spreken we van ‘bovenwettelijke’ vakantiedagen. In een CAO of arbeidsovereenkomst kunnen afspraken staan over deze extra vakantie-uren. De CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf regelt dit in artikel 50. De fulltime werknemer heeft daardoor recht op 200 vakantie-uren (in de regel 25 vakantiedagen) per jaar. In dit geval zijn er bij een fulltimer dus 5 vakantiedagen (40 vakantie-uren) bovenwettelijk. Ook de seniorenuren van artikel 51 CAO zijn bovenwettelijke vakantie-uren.

De CAO in de Metalektro kent in artikel 5.3 de fulltime werknemer 27 vakantiedagen per jaar toe (met uitzondering van werknemers die onder de seniorenurenregeling vallen). Voor een fulltime werknemer zijn er dus 7 bovenwettelijke vakantiedagen.

Vervaltermijn wettelijke vakantiedagen
De vervaltermijn van de opgebouwde wettelijke dagen is in principe 6 maanden na het jaar waarin de vakantierechten zijn ontstaan.. Met andere woorden: de wettelijke vakantierechten die in 2022 zijn opgebouwd, moeten vóór 1 juli 2023 opgenomen zijn, anders komen deze te vervallen. De vakantierechten met de kortste verjaringstermijn worden als eerste opgenomen.

Verjaringstermijn bovenwettelijke vakantiedagen
De verjaringstermijn van de bovenwettelijke vakantiedagen is 5 jaar na het jaar waarin deze vakantierechten zijn opgebouwd. De in 2021 opgebouwde bovenwettelijke vakantiedagen moeten dus vóór 1 januari 2027 opgenomen worden. De oudste rechten worden daarbij het eerst opgenomen.

Vakantiedagen sparen
In uitzondering op het voorgaande is in de CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf bepaald dat een werknemer in een periode van 5 jaar maximaal 6 maanden aan verlofdagen/uren mag sparen voor ‘een individueel doel’. Zie hiervoor artikel 58.

De CAO in de Metalektro geeft aan dat de werknemer bovenwettelijke vakantiedagen kan sparen tot een maximum van 13 maal de overeengekomen arbeidsduur per week. Deze gespaarde vakantiedagen verjaren niet.

Zorg- en informatieplicht werkgever
Let op: werkgevers hebben een vergaande zorg- en informatieverplichting tegenover hun werknemers, zodat werknemers daadwerkelijk gebruik maken van hun recht op vakantie. De werkgever houdt niet alleen een administratie bij van de (opgenomen) vakantiedagen, maar moet de werknemers ook actief aansporen om vakantiedagen op te nemen. Ook moet hij de werknemers er uitdrukkelijk op wijzen wat de gevolgen zijn van het niet-opnemen van vakantie. Wijs uw werknemers dus op tijd en actief op het vervallen en het verjaren van vakantiedagen, bijvoorbeeld door het sturen van een e-mail. Als een werkgever niets doet en toch vakantiedagen wil laten vervallen, dan kan hem later worden verweten dat hij zijn zorg- en informatieverplichting naar de werknemer niet is nagekomen. Mogelijk moet dan alsnog een stuwmeer aan vakantiedagen worden uitbetaald.

> In de onderstaande notities leest u meer over de regels die gelden bij vakantie en ziekte van de werknemer.

Ook interessant