De btw op een oninbare factuur mag u terugvragen in de btw-aangifte over het tijdvak waarin de oninbaarheid komt vast te staan. Omdat het in de praktijk vaak lastig is om te vast te stellen of een klant nog zal betalen (niet altijd hebt u uitsluitsel van de curator of correspondentie met uw afnemer), is er een fictief moment van oninbaarheid in de wet opgenomen.

Als de oninbaarheid van de factuur nog niet eerder is komen vast te staan, mag u de factuur een jaar na het verstrijken van de uiterste betaaldatum alsnog als oninbaar beschouwen. De uiterste betaaldatum is de tussen u en uw klant afgesproken betalingstermijn. Mocht u geen betalingstermijn hebben afgesproken dan geldt hiervoor 30 dagen.

De oninbaarheid mag niet via een interne creditnota worden verwerkt in de administratie. Een creditnota mag wel worden gebruikt als die ook aan de klant wordt verstuurd. Maar vaak gebeurt dat niet om geen rechten te verliezen.

In het voorgaande is er van uitgegaan dat u het zogeheten “factuurstelsel” toepast. U betaalt daarmee btw op basis van de uitgeschreven facturen, ongeacht of ze al betaald zijn of niet. Dat is in de metaalsector de meest gebruikte methode.

Bedrijven die het “kasstelsel” toepassen betalen btw op basis van de ontvangen bedragen van klanten. Zij kunnen geen btw op oninbare facturen terugvragen omdat zij die nooit hebben aangegeven. Het kasstelsel kan onder andere worden toegepast bij bepaalde detailhandelsactiviteiten (B to C).

 

Meer informatie Team Ondernemen Economie en Fiscaliteit