Bel mij terug

Zoek op trefwoord

Filter

Kies een categorie
Hoe doe je dit eigenlijk | 02 mei 2024

WERKEN OVER DE GRENS LASTIG VANWEGE REGELGEVING?

TST Montage begon een vestiging in Duitsland om van het gedoe met het papierwerk af te zijn.

TST Montage werkt dagelijks met vier à vijf montageploegen in Duitsland. Het regelen van het benodigde papierwerk voor de Nederlandse monteurs is ingewikkeld en tijdrovend. En als het papierwerk niet in orde is, of als een monteur het vereiste document niet bij zich heeft, dreigt er een forse boete. Eigenaar Jan Tasche opende een vestiging net over de grens om van het gedoe af te zijn.

TST Montage is al meer dan dertig jaar specialist op het gebied van het monteren van staal­bouwconstructies, prefab betonplaten en gevel­ en dakbeplating. (Zij vallen met dit werk in Duitsland onder de bouw. Niet alle zaken die zij noemen gelden dus voor iedereen, zoals de VCA ­red.) Hiervoor beschikt het over eigen hoogwerkers, verreikers en kranen. Het bedrijf is gevestigd in Tubbergen, halverwege Almelo en de Duitse grens. Die nabijheid van Duitsland zorgt ervoor dat TST Montage met regelmaat in het buurland opdrachten uitvoert.
 

‹‹ We halen inmiddels meer
omzet uit Duitsland
dan uit Nederland ››


A1-verklaring Een Nederlandse monteur die in Duitsland een klus doet, moet beschikken over allerlei formulieren. Een contractor moet in Duitsland beschikken over een Sicherheits Certifikat Contraktoren (SCC), de Duitse versie van het Nederlandse VCA­certificaat. In Duitsland geldt bovendien de regel dat men voorafgaand aan het maken van een VCA (SCC) examen verplicht en aangetoond 3 dagen een cursus moet hebben gevolgd. De Nederlandse monteur moet daarnaast met een salarisstrook kunnen aantonen dat hij niet onder het wette­lijke minimumloon verdient. Er is ook een zoge­noemde A1­verklaring nodig. Een A1­verklaring (certificate of coverage) is noodzakelijk als iemand tijdelijk in het buitenland gaat werken, maar in Nederland verzekerd wil blijven voor werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid. Het formulier is het bewijs dat iemand in Ne­ derland verzekerd is. Een werkgever vraagt de A1­verklaring aan bij de Sociale Verzekerings­ bank (SVB). Administratief medewerker Ramon Oude Nijhuis: ‘Het aanvragen van de documen­ ten kost veel tijd, omdat je het voor iedere klus opnieuw moet doen.’

Wekelijkse controles
De Duitse overheid controleert Nederlandse werknemers in Duitsland wekelijks op de aanwezigheid en juistheid van de benodigde documenten. Mist er een document, of is er iets niet in orde, dan is de boete minimaal tweeduizend euro. Oude Nijhuis: ‘De boete kan oplopen tot vijfhonderd­ duizend euro. Onze bedrijfsjurist wees ons dan ook voortdurend op dat risico. Gelukkig werden wij nooit bekeurd.’ Ongeveer zes jaar geleden besloot Tasche een vestiging op te zetten in Schüttorf, net over de grens bij Oldenzaal.
Tasche: ‘Ik was het gedoe zat. Met een Duitse vestiging, met Duitse medewerkers, voorkom ik al die documenten en de bijbehorende risico’s en besparen we veel tijd.’ Het opzetten van een GmbH is weliswaar niet eenvoudig, zegt hij. ‘Maar het is eenmalig. Buitendienst­ medewerker Paul van Dijk van Koninklijke Metaalunie bracht ons overigens in contact met de Duitse Handelskamer, dat maakte het net iets gemakkelijker.’

Commercieel interessant
De tweede reden om in Duitsland te starten, is een commerciële. Tasche: ‘We reden wel tweehonderd kilometer of meer naar het Westen om een project te doen, terwijl er op enkele kilometers richting het Oosten ook werk genoeg is. In Duitsland zijn er niet veel montagebedrijven zoals wij. Meestal doet de staalbouwer het monteren zelf.’ Een Duitse vestiging met Duitse mede­werkers is ook beter voor zijn Duitse klanten, zegt Tasche. ‘Je hebt toch de cultuurverschillen tussen Nederlanders en Duitsers. Met een Duitse bedrijfsleider en bouwleider valt dat verschil weg. We halen inmiddels meer omzet uit Duitsland dan uit Nederland, dus commer­ cieel gezien was het een juiste zet. In Nederland wordt momenteel minder gebouwd, onder meer door de stikstofcrisis. Uiteindelijk streven we naar een omzetverhouding van fiftyfifty.’

Staalbouwer is leidend Onlangs realiseerde TST een nieuwe bedrijfshal van 1.500 vierkante meter voor zijn vestiging in Schüttorf. Tasche: ‘De prefab poeren en de borstwering plaatsten wij zelf. De staalconstructie monteerden we zelf, evenals de gevel­ en dakbeplating. Alleen de dakbedekking, de deuren en het metselwerk besteedden we uit. Dit soort klussen willen we meer gaan doen in Duitsland. De markt werkt er ook iets anders dan in Nederland. In ons land neemt een aannemer de hele bouw aan en besteedt vervolgens de staalconstructie uit. In Duitsland is dat meestal andersom en is de staalbouwer leidend.

Er werken circa dertig medewerkers bij TST Montage. Twintig in Nederland en een tiental in Duitsland. De Duitse markt is voor TST een groeimarkt en het bedrijf zoekt daarom nieuwe medewerkers. Tasche: ‘Het is voor een Duitse monteur veel interessanter om voor een Duitse GmbH te werken, dan voor een Nederlands be­ drijf over de grens, omdat hij dan verzeild raakt in allerlei lastige regelingen over belastingen en sociale voorzieningen. Er zit al een en ander in de pijplijn qua nieuwe opdrachten en we focussen nu op het aannemen en opleiden van nieuwe medewerkers. De regie daarvoor ligt bij de mensen in Schüttorf.’
 


Als u werkt uitvoert in andere Europese landen, moet u rekening houden met regels voor uw bedrijf en personeel. Meer weten? Kijk dan op www.metaalunie.nl en zoek op 'werk uitvoeren in het buitenland' of neem contact op met ledenadviseur Internationaal Ondernemen, Birgit Voorhuis, via voorhuis@metaalunie.nl of 030-605 33 44.

 

 

 

 

 

Ook interessant