Sinds 2019 is er een nieuwe Europese richtlijn die klokkenluiders beter beschermt. Daarom is nu ook de Nederlandse Wet Huis voor klokkenluiders aangepast naar de ‘Wet bescherming klokkenluiders’. De Wet bescherming klokkenluiders is op 18 februari 2023 in werking getreden.
Door deze wetswijziging moeten organisaties aan een aantal nieuwe zaken voldoen. Bovendien moeten veel meer organisaties een klokkenluidersregeling opstellen. Ieder bedrijf met vijftig of meer werknemers is volgens de wet namelijk verplicht tot het invoeren van een interne meldregeling: de klokkenluidersregeling.
Als de werkgever 50 tot 249 werknemers in dienst heeft, moet de interne meldprocedure uiterlijk op 17 december 2023 aan de eisen van de nieuwe wet voldoen. Let op: bij het bepalen van het aantal van 50 personen tellen naast de eigen werknemers en uitzendkrachten die minstens twee jaar in dienst zijn, nu óók vrijwilligers en stagiairs mee (als zij een vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen). Dit betekent dat de verplichting om een interne meldprocedure vast te stellen voor meer werkgevers gaat gelden: de ondergrens van 50 personen wordt namelijk eerder bereikt.
Als bij u in de regel minder dan 50 personen werkzaam zijn, bent u niet wettelijk verplicht om een interne meldprocedure te hebben. Maar dat mag natuurlijk wel. Die procedure hoeft dan niet aan alle wettelijke eisen te voldoen.
Belangrijke wijzigingen
In het verleden moest de klokkenluider (kort gezegd) aantonen dat deze nadeel had ondervonden van zijn melding. Volgens de nieuwe wet hoeft hij alleen aan te tonen dat hij met redelijke gronden heeft gemeld en dat hij is benadeeld. De nieuwe wet gaat uit van het vermoeden dat de benadeling het gevolg is van de melding of openbaarmaking. De bewijslast bij het verband tussen de benadeling en de melding wordt dus verschoven naar de werkgever. Het is dan aan de werkgever (die de benadelende maatregel heeft genomen) om aan te tonen dat die benadeling niet het gevolg is van de melding.
Werkgevers bij wie in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn moesten al een interne meldregeling bij hun werknemers onder de aandacht te brengen. Nu gelden strengere eisen aan die interne meldprocedure. Zo moet de melder binnen zeven dagen een ontvangstbevestiging krijgen en moet hij binnen een redelijke termijn van maximaal drie maanden informatie krijgen over de beoordeling van de melding.
Rol van de OR
De OR heeft instemmingsrecht bij de invoering, wijziging of intrekking van een klokkenluidersregeling en moet dus met de bestuurder meedenken over een goede interne meldprocedure. Weigert de werkgever of bestuurder om een juiste meldprocedure in te stellen, dan kan de OR, net als elke belanghebbende, dat afdwingen bij de rechter. De OR kan ook zijn initiatiefrecht gebruiken om de bestuurder (ongevraagd) te adviseren over de meldprocedure.
Een werkgever die geen verplichting heeft tot het instellen van een OR moet de instemming van de meerderheid van de werknemers hebben bij de vaststelling van de interne meldprocedure. Tenzij de interne meldprocedure is geregeld in de collectieve arbeidsovereenkomst.
Checklist en overzicht wijzigingen
In de checklist die u kunt downloaden via checklist-interne-meldprocedure leest u wat u inhoudelijk moet vastleggen in de meldprocedure en met welke eisen u verder rekening moet houden. En op deze pagina vindt u meer informatie over de belangrijkste veranderingen in de wetgeving: https://www.wetbeschermingklokkenluiders.nl/wat-verandert-er.