Er zijn 2 soorten werkvergunningen de Tewerkstellingsvergunning (TWV) en de Gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA). Welke werkvergunning u moet aanvragen en waar, hangt onder andere af van hoelang de werknemer in Nederland komt werken. Voor het aanvragen van een TWV of GGVA gelden dezelfde voorwaarden. Het UWV beoordeelt of de aanvraag aan deze voorwaarden voldoet. U vraagt een TWV aan in 1 van de volgende situaties:

• De werknemer komt korter dan 3 maanden in Nederland werken.
• De werknemer is al in Nederland en heeft een verblijfsvergunning. (Dit is vaak zo bij buitenlandse studenten en asielzoekers.)
• De werknemer komt langer dan 3 maanden werken in Nederland, maar komt hier niet wonen.

Een TWV vraagt u aan bij UWV. De werknemer kan dit niet zelf doen.

U vraagt een GVVA aan als de werknemer langer dan 3 maanden in Nederland komt werken. En als één van de volgende situaties voor hem geldt:

• De werknemer heeft geen verblijfsvergunning.
• De werknemer komt in Nederland wonen.

Een GVVA vraagt u aan bij de IND. De werknemer kan dit ook zelf doen. De IND vraagt advies aan het UWV. Het UWV beoordeelt of de werknemer voldoet aan de voorwaarden voor een GVVA.

Voor een aantal categorieën (groepen) werknemers hoeft u geen werkvergunning aan te vragen. Maar er gelden dan wel andere voorwaarden. Kijk bij welke categorie uw werknemer hoort en klik op de link via deze webpagina van het UWV.

Lees meer over de werkvergunning en de aanvraag daarvan op de website van het UWV en op de website van de Rijksoverheid. Let op: de werkgever heeft de verplichting het identiteitsbewijs op echtheid te controleren, te kopiëren en in de administratie op te nemen.

Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS)
Met schijnconstructies proberen sommige werkgevers regels voor minimumloon of cao-loon te omzeilen. De Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) beschermt werknemers tegen onderbetaling en beschermt werkgevers tegen oneerlijke concurrentie. Hieronder staan de belangrijkste punten uit de WAS:

• De ketenaansprakelijkheid voor de betaling van het loon is uitgebreid. Ontvangt een werknemer van de uiteindelijke uitvoerder geen loon? Dan kan hij alle schakels in de keten aansprakelijk stellen. Dus zijn eigen werkgever, het tussenbedrijf en de opdrachtgever.
• Het salaris mag niet meer (volledig) contant uitbetaald worden. De werkgever moet minimaal het salarisgedeelte gelijk aan het wettelijk minimumloon via de bank overmaken.
• Werkgevers moeten het volledig minimumloon betalen aan werknemers. Op het WML mogen alleen nog de wettelijk verplichte of toegestane bedragen worden ingehouden. Alleen onder voorwaarden mogen ook kosten voor huisvesting en zorgverzekering worden ingehouden.
• Werkgevers moeten zorgen dat de loonstrook begrijpelijk is voor de werknemer. Zo moet duidelijk zijn hoe het loon is opgebouwd.
• Het is niet meer mogelijk om een buitenlandse werknemer een deel van het minimumloon als onkostenvergoeding te betalen. Het doel van de onkostenvergoeding moet vermeld worden op de loonstrook van de werknemer. Doet de werkgever dit niet? Dan kan hij een bestuurlijke boete krijgen.

Meer informatie Sociaaljuridisch advies, 030-6053344 of sj@metaalunie.nl.