|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
|
- De partner van de werknemer overlijdt.
|
|
4 dagen achter elkaar. |
|
|
|
|
- Een kind of pleegkind dat bij de werknemer woont, overlijdt.
|
|
4 dagen achter elkaar. |
|
|
b. |
|
De werknemer gaat trouwen
Of
De werknemer gaat een geregistreerd partnerschap aan. |
|
2 dagen achter elkaar |
|
|
c. |
|
- Bevalling van de partner van de werknemer.
|
|
1 dag |
|
|
|
|
- De werknemer adopteert een kind.
|
|
1dag |
|
|
|
|
- Een van de volgende familieleden van de werknemer gaat trouwen.
|
|
1 dag |
|
|
|
|
- Ouder, ouder van de partner, kind, kleinkind, broer of zus, broer of zus van de partner.
|
|
1 dag |
|
|
|
|
Of
Dit familielid gaat een geregistreerd partnerschap aan. |
|
|
|
|
|
|
- Een van de volgende familieleden van de werknemer overlijdt: Ouder, partner van de ouder, ouder van de partner, kind of pleegkind dat niet bij de werknemer woont, broer of zus.
|
|
1 dag |
|
|
|
|
- De werknemer gaat naar de uitvaart van een van de volgende familieleden:
|
|
1 dag |
|
|
|
|
- Ouder, partner van de ouder, ouder van de partner, kind of pleegkind dat niet bij de werknemer woont, broer of zus.
|
|
1 dag |
|
|
|
|
- Een van de volgende familieleden van de werknemer overlijdt. Opa of oma, opa of oma van de partner, kleinkind, schoonzoon, schoondochter, broer of zus van de partner, partner van eigen broer of zus, partner van broer of zus van partner.
|
|
1 dag |
|
|
|
|
Of
De werknemer gaat naar de uitvaart van dit familielid. |
|
|
|
|
|
|
- Het 25-jarig huwelijksfeest en het 40-jarig huwelijksfeest van de werknemer.
|
|
1 dag |
|
|
|
|
- Keuring voor verplichte militaire dienst. Krijgt de werknemer in dit geval een vergoeding van het Ministerie van Defensie? Dan hoeft de werkgever het salaris niet door te betalen voor dit kort verlof.
|
|
1 dag |
|
|
|
|
- De professie van een kind, broer of zus van de werknemer. Of de priesterwijding van een broer of kind van de werknemer.
|
|
1 dag |
|
|
|
|
- Het 25-jarig, 40-jarig, 50-jarig en 60-jarig huwelijksfeest van de ouders van de werknemer. Of van de ouders van de partner van de werknemer.
|
|
1 dag |
|
|
d. |
|
- De werknemer moet een examen doen voor een diploma of getuigschrift. Ook voor één herexamen, als dat nodig is. We bedoelen hier diploma’s of getuigschriften die volgen uit de Wet educatie en beroepsonderwijs.
|
|
Zo lang als nodig is voor het examen. |
|
|
|
|
- De werknemer moet een vakexamen doen voor een ander erkend diploma. Maar alleen als hij dit examen doet in het belang van het bedrijf.
|
|
Zo lang als nodig is om het examen te doen. Maar niet langer dan 2 dagen. Is er toch meer tijd nodig? Dan bepaalt de werkgever in redelijkheid hoe lang de werknemer verlof krijgt bovenop de twee dagen.
|
|
|
e. |
|
Als de werknemer volgens de wet of van de overheid verplicht is om iets te doen. Alleen als het iets is wat de werknemer zelf moet doen. En het moet iets zijn waarvoor hij geen geld krijgt.
|
|
De werkgever bepaalt in redelijkheid hoe lang de werknemer verlof krijgt. Maar niet langer dan 1 dag.
|
|
|
f. |
|
Als de werknemer gaat stemmen bij verkiezingen. (Kiesbevoegdheid) |
|
Maximaal 2 uur. |
|
|
|
|
|
|
|
|