1. In artikel 33a tot en met 33d van deze cao staan de salaristabellen. Deze zijn gebaseerd op een dienstrooster van gemiddeld 38 uur werktijd per week, berekend over maximaal één jaar. Ze gelden alleen voor werknemers die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben. Werkt een werknemer volgens zijn dienstrooster gemiddeld minder dan 38 uur per week? Dan heeft hij recht op salaris naar evenredigheid. In artikel 33c en 33d van deze cao staan de salaristabellen die gelden voor de werknemers tot 21 jaar die een BBL-opleiding volgen.
2. De tabellen A16 tot en met 20 jaar en A 0 functiejaren in artikel 33a zijn de minimummaandlonen voor een werknemer met een fulltime dienstverband, gebaseerd op 260 werkdagen van 7,6 uur per dag: (260/12) keer 7,6 uur keer het voor de werknemer geldend wettelijk minimumuurloon. Indien de werknemer in het betreffende kalenderjaar meer uren werkt, dienen de extra uren tegen ten minste het voor de werknemer geldend wettelijk minimumuurloon te zijn afgerekend. Er geldt een periode van maximaal 12 maanden voor deze afrekening. Indien de werknemer gedurende deze periode van afrekening uit dienst treedt, is het moment van de afrekening de datum van de uitdiensttreding.
3. Voor gewijzigde wet- en regelgeving door de inwerkingtreding van de Wet invoering minimumuurloon per 1 januari 2024 geldt ook dat bij strijdigheid genoemde gewijzigde weten regelgeving prevaleert zoals de regelen in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Dit betekent onder andere dat indien de salarisbedragen per 1 januari 2024 lager zijn dan het wettelijk minimum(uur)loon, de nieuwe wettelijke bedragen van toepassing zijn en dat per 1 januari 2024 in de loonopgave ook melding gemaakt moet worden van het voor desbetreffende werknemer van toepassing zijnde minimumuurloon.
Aantekening:
Zie ook artikel 2a en artikel 18a lid 1.
Meer informatie Team Sociaaljuridisch Advies