Bel mij terug

Zoek op trefwoord

Filter

Kies een categorie
Interview | 12 jan 2023

GEEF ONDERNEMERS MEER VERTROUWEN

Een van de grootste uitdagingen voor ondernemers die Romke keer op keer meekrijgt tijdens de werkbezoeken is de toestroom en het behoud van medewerkers in bedrijven.

Het valt niet onder de definitie van wat we verstaan onder mkb-maakbedrijven, maar toegegeven: Romke de Jong (Tweede Kamerlid D66) is directeur geweest van een maakfabriek. Weliswaar werd er niet gelast, verspaand of gesneden, maar er rolden wel ijsjes van de lopende band. En dus werd er iets gemaakt. Toch heef t De Jong wel een goed beeld van ‘echte’ mkb-maakbedrijven: ‘Ik maakte een voedingsproduct, maar om ijs te maken heb je andere maakbedrijven nodig. Voor bijvoorbeeld het engineeringsproces van de fabriek maar ook bij het verduurzamen.’

‘Ik had in mijn ondernemersnetwerk al veel contact met andere maakbedrijven en het is nu als Kamerlid extra leuk om bedrijven te bezoeken en te kijken waar ondernemers tegenaan lopen. Ik vind dat er veel te weinig ondernemers in de kamer zitten. Dat is de reden dat ik de politiek in ben gegaan. Het is goed om met een ondernemersblik te kijken wat er allemaal gebeurt in Den Haag. Dan zijn de bedrijfsbezoeken aan de maakindustrie erg waardevol.’

Toestroom
Een van de grootste uitdagingen voor ondernemers die Romke keer op keer meekrijgt tijdens de werkbezoeken is de toestroom en het behoud van medewerkers in bedrijven. ‘Mensen moeten meer kiezen voor techniek, daar moet veel meer in worden geïnvesteerd. Aan de ene kant omdat de aanwas in mijn optiek veel te klein is. En aan de andere kant omdat we nu voor de grootste verbouwing van Nederland staan. Want ondernemers zijn hard bezig om te verduurzamen. Dat levert gewoon geld op en klanten vragen daar ook steeds vaker om. We hebben daarom de technische bedrijven hard nodig en dus ook meer technisch opgeleide mensen. Veel ondernemers willen wel een volgende stap maken en vergroenen en groeien, maar kunnen de mensen niet vinden die ze nodig hebben. Voor de overheid betekent dit dat er nog meer moet worden geïnvesteerd in het aantrekkelijk maken van het vak. Maar er moet ook voor gezorgd worden dat we de opleidingsbudgetten voor werkgevers aantrekkelijk maken. Om medewerkers bij te scholen en om te scholen. Er moet volle focus op omscholen komen en op het opleiden van nieuwe medewerkers die we hard nodig hebben.’

Eyeopener
De Jong realiseert zich dat meer zijinstromers en jongeren geïnteresseerd moeten worden voor een technisch beroep. ‘Maar we moeten ook de mensen in de branche behouden. Dus ook zorgen voor aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden’, vult hij aan. ‘Ik was bij een mooi voorbeeld van hoe het kan. Een productiebedrijf waar veel cobots stonden, een samenwerking tussen robot en mens. Jonge mbo’ers programmeerden die cobots en lieten de ondernemer zien wat die nou kunnen doen. Er waren cobots die producten transporteerden van A naar B zodat mensen minder hoefden te lopen en er waren robots die producten testten. Jongeren schreven de programma’s. Dat zorgde voor een prachtige wisselwerking tussen ervaren vakmensen die 20 jaar in de metaalbewerking werkten en jongeren. Jonge mbo’ers die het productieproces versnellen en het werk makkelijker maken voor die vakmensen. Dat was een win-winsituatie: jongeren maken kennis met techniek en voor de vakmensen was het een eyeopener. Het bedrijf werd sterker, kan met hun medewerkers meer doen en jongeren krijgen alle ruimte om dingen uit te proberen. De wisselwerking tussen school en werkgevers is daarbij ongelofelijk belangrijk. Daar moeten we echt vol op inzetten. Scholen moeten maakbedrijven aanbevelen bij leerlingen en laat ondernemers vervolgens die leerlingen stoeien met productie-uitdagingen. Dat zorgt voor een frisse blik in een bedrijf.’
 

‹‹ Het is goed dat ondernemers
geholpen worden, maar
het moet echt makkelijker kunnen ››


Energiekosten
In het rijtje van ondernemerszorgen is sinds vorig jaar de stijgende energierekening toegevoegd, constateert ook De Jong. ‘Ondernemers maken zich met name zorgen over hoe ze die extra kosten tijdig door kunnen berekenen en of de klant die prijselasticiteit accepteert. In een bredere context moeten we inzetten op verduurzamen. Dat zul je moeten doen, zeker bij jullie achterbanbedrijven waar veel elektriciteit nodig is. Daar liggen ook nog kansen op verduurzaming. We moeten minder afhankelijk zijn van fossiele brandstof fen. De overheid moet voor die transitie alle fi nanciële ruimte geven’, zegt hij.

WBSO
Elders in dit blad staat een uitgebreid verhaal over de, voor mkb-maakbedrijven belangrijke, subsidieregeling WBSO. Voor De Jong geen onbekend fenomeen. Hij heef t er dan ook een duidelijke mening over: ‘Ik heb mij als ondernemer enorm verbaasd hoe moeilijk het was om als kleine ondernemer WBSO aan te vragen en door al die vragen heen te gaan. Dat heef t me de ogen geopend hoe moeilijk de regeling is. Wat we nu vaak zien is dat er hulp wordt ingeschakeld om die subsidie aan te vragen. Een partij die wordt betaald om het verhaal zo te schrijven zodat het perfect past binnen die WBSO-regeling. Het is goed dat ondernemers geholpen worden, maar het moet echt makkelijker kunnen. Nu is het nodeloos ingewikkeld.’

 

 

Productieproces
Waar hij vaker aandacht voor vraagt in debatten, is om niet alleen naar een compleet vernieuwd product te kijken, maar ook naar het productieproces. Maar dan wel met een groene tint. ‘Neem nu het productieproces. Je kunt subsidie krijgen voor die warmtepomp, maar je wilt ook je productielijn of alle machines zo op elkaar aansluiten dat ze zuiniger werken. Kijk dan of dat ook onder een soort groen getinte regeling zou kunnen vallen. Focus in de WBSO dus niet alleen op machines of producten, maar ook op procestechniek. Het blijkt dat het met de Europese regels niet binnen de WBSO past, maar we vinden wel dat we daarnaar moeten kijken. Want het gaat niet alleen om het uiteindelijke product, we vinden ook het proces belangrijk.

Rompslomp
Ook over het woud van regels dat maar niet minder wordt, heeft De Jong een uitgesproken mening. ‘We hebben in het coalitieakkoord afgesproken dat regeldruk moet worden verminderd. We hebben met partijen in de Kamer afgesproken dat de werkkostenregeling wordt verhoogd van 1,9 naar 3%. Dan kun je als werkgever makkelijker secondaire arbeidsvoorwaarden netto aan je werknemer doorgeven. Dat scheelt ongelofelijk veel onnodig papierwerk. Werkgevers hebben nu nog moeite om een ov-abonnement aan hun werknemers cadeau te geven. Terwijl het een mooie secundaire arbeidsvoorwaarde is. Maar je moet dan precies bijhouden wanneer iemand zakelijk reist en wanneer niet. Dat geeft voor de werkgever veel extra administratie. Maak het nu niet te moeilijk: als de werknemer een keer naar een museum of een dagje weggaat, laat het dan gewoon en vertrouw de werkgever daarin. Datzelfde geldt voor het fi etsenplan. Je kunt een fi ets geven van de zaak, maar dan moet je zeker weten dat de werknemer alleen maar op de fi ets komt. Maar als het regent wil die werknemer ook een keer de auto kunnen pakken. De werkgever gaat het nu niet regelen omdat het veel administratieve rompslomp geeft. Daar moeten we van af, besluit hij.

 

Ook interessant