Bel mij terug

Zoek op trefwoord

Filter

Kies een categorie

Technisch Onderwijs en voldoende instroom

Onderwijs & arbeidsmarkt
12 apr 2023

In het kort

De mkb-maakindustrie krijgt ook de komende jaren te maken met een tekort aan technische vakmensen. Een krappe arbeidsmarkt die groter wordt door de vergrijzing van onze beroepsbevolking, maar ook door doelstellingen voor klimaat en woningbouw. Ondanks jarenlange inspanningen van het bedrijfsleven, onderwijs en de overheid treden nog altijd te weinig potentiële vakmensen toe tot onze sector. Een trend die volgens Metaalunie doorbroken moet worden door onder andere meer aandacht voor techniek in het onderwijs, het toegankelijk maken van de maakindustrie voor iedereen (ongeacht leeftijd, achtergrond en vooropleiding), Kansrijk Opleiden nu echt serieus op te pakken, praktijkleren te intensiveren en Leven Lang Ontwikkelen aan te zwengelen. 

Tekort van 50.000 vakmensen in 2026
Uit een recente arbeidsmarktprognose (2022) van Panteia blijkt dat er bij ongewijzigde ontwikkelingen in 2026 – techniek breed – een tekort ontstaat van ruim 50.000 vakmensen, waarvan bijna 23.000 op het mbo-niveau en 27.000 op hbo- en wo-niveau. Voor mkb-maakbedrijven komt uit dit onderzoek naar voren dat de sector jaarlijks een tekort heeft van circa 5.000 vakmensen. Een zorgwekkende ontwikkeling. Vanuit economisch oogpunt, maar ook omdat zonder deze vakmensen de doelstellingen voor de energietransitie, klimaat en de woningbouw niet gehaald worden. 


Instroom richting techniek bevorderen 
Het tij moet echt gekeerd worden. Instroom richting technische opleidingen en sectoren, waaronder mkb-maakbedrijven, moet substantieel vergroot worden. Hiervoor is het volgende nodig:

  • publiek-privaat samenwerking: versnippering programma’s aanpakken;
  • aanpak ‘Kansrijk Opleiden’ (zogenaamde macrodoelmatigheid) uitvoeren;
  • techniek (promotie) binnen onderwijs ‘institutionaliseren’; 
  • voorlichting over techniekopleidingen en loopbaanoriëntatie versterken; 
  • kansen voor (zij-)instroom beter benutten en LLO aanzwengelen; en
  • leren en ontwikkelen in de praktijk en op de werkplek uitbreiden.


Overheidsprogramma Tekortsectoren nodig: samenwerking versterken
Op landelijk en regionaal niveau zijn er veel publieke en private initiatieven om de instroom naar techniek onderwijs en sectoren te vergroten. De samenhang tussen deze programma’s kan – onder regie van de overheid – beter. De programma’s zijn op dit moment te versnipperd. Naar voorbeeld van de Klimaataanpak moet er een ‘Overheidsprogramma Tekortsectoren’ (waaronder techniek) komen. Binnen dit programma is het nodig dat overheid, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen structureler samenwerken aan bevorderen van instroom, behoud en ontwikkeling van mensen binnen de techniek. Het Aanvalsplan Techniek, Bouw en Energie – mede opgesteld op initiatief van Metaalunie – doet hiervoor concrete voorstellen en kan als basis dienen voor een intensieve samenwerking tussen overheid, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven. 

Aanvalsplan Techniek als leidraad
Metaalunie is mede-initiatiefnemer van het Aanvalsplan Techniek. In het Aanvalsplan doen werkgevers en werknemers voorstellen om de afstand tussen de arbeidsmarkt en daadwerkelijk aan het werk kunnen gaan kleiner te maken. Inmiddels is het Aanvalsplan ook omarmd door de ministers van EZK, OCW en SZW en, belangrijk, ook de vakbonden. Metaalunie ziet in het Aanvalsplan het middel om de versnippering van landelijke en regionale programma’s aan te pakken. Sterke regie vanuit de landelijke overheid voor de technische arbeidsmarkt moet dit versterken. Het Aanvalsplan omvat drie pijlers met daaraan zeven actielijnen gekoppeld:

  1. meer mensen kiezen en behouden voor technisch werk; 
  2. een offensief om de arbeidsproductiviteit te verhogen; en
  3. talenten van buiten (de sectoren) aantrekken.


Aanpak ‘Kansrijk Opleiden’ (macrodoelmatigheid) uitvoeren
Met Kansrijk Opleiden gaat de overheid meer sturing geven aan de aansluiting van het onderwijs aan de vraag op de arbeidsmarkt. Technische opleidingen met veel arbeidsmarkt- en ontwikkelperspectief moeten zo aantrekkelijk en kwalitatief hoogstaand mogelijk worden aangeboden. Een taskforce onder leiding van oud-minister Lodewijk Asscher heeft recent adviezen uitgebracht over macrodoelmatigheid in het mbo. De kern van het advies van de taskforce is dat er een directe relatie is tussen opleiding en structureel werk en ontwikkeling. Metaalunie onderschrijft dit advies en de aanpak. Techniek is daarbij aangemerkt als sector voor Kansrijk Opleiden.

In aanloop naar het mbo is in het keuzetraject voor een opleiding meer aandacht nodig voor het perspectief op de arbeidsmarkt en de weg daar naar toe. Denk aan het bieden van techniek in alle richtingen en niveaus van het voortgezet onderwijs, flexibeler overstappen naar technische opleidingen en financieel stimuleren van kansrijke keuzes door bijvoorbeeld lager collegegeld of een diplomabonus. 

Metaalunie vindt dat de voorstellen van de taskforce zo snel mogelijk uitgevoerd moeten worden; startend op de landelijke tafel van de sectorkamer binnen SBB met zowel bedrijfsleven als onderwijs aan tafel, waardoor ook sturing richting verschillende regio’s mogelijk is. SBB en technische branches moeten daarbij wel gefaciliteerd worden. Hiervoor is nu niets ingeregeld. De overheid moet bereid zijn om daar aan mee te betalen. Bij de uitvoering van Kansrijk Opleiden vraagt Metaalunie aan het ministerie om nadrukkelijker werk te maken van verhoging van de bekostigingsfactor van technische opleidingen en lager collegegeld en een diplomabonus voor technische opleidingen te initiëren.

Bekostigingsfactor technische opleidingen verhogen
Naast het advies van de taskforce is het nodig dat de bekostigingsfactor voor alle technische opleidingen in het mbo (net als al voor bepaalde opleidingen is gedaan zoals voor vliegtuigonderhoud) worden verhoogd van 1.3-1.5 naar 1.8. Hiermee krijgen mbo instellingen meer budget voor technische opleidingen. 

Lager collegegeld technische opleidingen en diplomabonus
De kosten voor een mbo-opleiding zijn aanzienlijk voor studenten. Lager collegegeld voor een technische opleiding kan de aantrekkelijkheid vergroten, evenals het verstrekken van een diplomabonus. Metaalunie is van mening dat het effect van lager collegegeld en een diplomabonus nadrukkelijk onderzocht moeten worden. Onder andere door hiermee te experimenteren. 


Techniek (promotie) binnen onderwijs ‘institutionaliseren’
Om ervoor te zorgen dat iedere Nederlander kan omgaan met techniek en technologie is het belangrijk dat techniek structureler wordt ingebed in het onderwijs; te beginnen in het funderend onderwijs (PO en onderbouw VO). Het zou ook goed zijn om ook meer praktijkgericht onderwijs aan te bieden en ook een verplichte praktische eindtoets in te voeren in het primair ondeerwijs (PO) als toevoeging op de theoretische eindtoets. 

Techniek onderwijs in PO en VO
Het is van belang dat Wetenschap & Technologie (W&T) net zo belangrijk wordt als rekenen en taal in het PO. Dat vergt een structurele verankering; de vrijblijvendheid moet er af. W&T is nu wel beschreven in een leerplankader van Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) met de bedoeling dat elke school dit hanteert, maar het is daarmee geen vak en scholen worden hier niet op gecontroleerd. W&T moet naar de mening van Metaalunie expliciet toegevoegd worden aan de geplande herziening van de kerndoelen (wettelijke kaders van het PO). Ook meer aandacht voor techniek in de havo en het vwo zijn wenselijk. De positieve ervaringen met de Techniekhavo vragen om een vervolg. Metaalunie vindt dat de overheid daarvoor structureel meer geld beschikbaar moet stellen. Onder andere voor technische apparatuur en materialen én bijscholing van docenten 

Analoog aan de Sterk Techniekonderwijs (STO)-aanpak is tenminste 100 miljoen euro per jaar nodig voor intensivering van techniek in het PO en VO (havo en vwo), gericht op  praktische vorming, benodigde apparatuur, materialen, regionale netwerkvorming met bedrijfsleven en voorlichting over technische sectoren. Hierbij kan de samenwerking met de regionale STO-projecten als uitgangspunt dienen. 

Intensivering Sterk Techniek Onderwijs noodzakelijk voor mbo en hbo
Ook in het beroepsonderwijs is het nodig dat techniek in de héle leerlijn en op alle niveaus een prominente plaats krijgt. Er is een goede, structurele start gemaakt met het vmbo om Sterk Techniek Onderwijs (STO) vorm en inhoud te geven. STO voorziet in het creëren van regionale netwerken rond vmbo-scholen (bedrijven, bedrijfsvakscholen, basisscholen en ROC), het bijscholen van docenten en het promoten en aantrekkelijker inrichten van techniekonderwijs. Bouw daarom voor het mbo en hbo voort op de STO regio’s en breidt de netwerken uit. Daarnaast moet techniek onderdeel vormen van alle opleidingsrichtingen om eventuele switchen tussen opleidingen makkelijker te maken.

Hybride docentschap essentieel voor intensivering techniek in het onderwijs
Meer aandacht voor techniek onderwijs breed gaat alleen werken als er voldoende docenten zijn voor de technische en digitale domeinen. Hiervoor moeten docenten goede ondersteuning en opleiding krijgen. Het bedrijfsleven kan hierbij ook een belangrijke rol spelen. Hybride docentschap moet zowel vanuit het bedrijfsleven als het onderwijs toegankelijk zijn. Dit leidt tot betere beeldvorming en samenwerking tussen scholen en bedrijven. Metaalunie vindt dat mensen uit de praktijk prima in staat zijn om hun kennis door te geven, zoals de meester/gezel van vroeger. Kwaliteit van mensen moet voorop staan en dat moet benut worden, boven het heel strak regelen in bevoegdheden en benodigde diploma’s. Nood breekt hier wet, want zonder docent geen onderwijs. 


Kansen voor zij-instroom meer benutten en LLO intensiveren
De arbeidsmarkt verandert en zij-instroom wordt een steeds belangrijkere route voor het aantrekken van nieuwe vakmensen. Dit wordt mede veroorzaakt doordat er minder initiële instroom is door demografische krimp. Overheid en bedrijfsleven moeten ook hier de handen ineenslaan. Dat ligt op het vlak van gezamenlijk opleidingsroutes voor zij-instromers vorm te geven, maatwerk te leveren voor de zij-instromer, financieel aantrekkelijk zijn voor de zij-instromer en de (toekomstige) werkgever voor nieuwe doelgroepen interesseren. Maatwerk is key. 

Diversiteit bij instroom meer benutten
Zowel bij instroom van jongeren in de techniekopleidingen als bij het aantrekken van zij-instroom is het van belang om breder te kijken naar doelgroepen. Meer diversiteit en inclusiviteit door andere doelgroepen aan ons te verbinden, zoals meisjes/vrouwen (nu 13%), mensen die ‘minder met techniek hebben’ en mensen met een niet westerse achtergrond (nu 20%) die nog onvoldoende in de technische sectoren aanwezig zijn, zijn een verrijking voor de sector en kunnen (een deel) van het tekort aan vakmensen oplossen. 

Overheid belangrijke rol bij stimuleren zij-instroom
Zij-instroom gaat veelal gepaard met een gepersonaliseerd (maatwerk) scholingstraject. Metaalunie is van mening dat zij-instroom richting mkb-maakbedrijven vanuit de overheid sterker moet worden ondersteund en bestaande belemmeringen moeten worden weggenomen. Deze belemmeringen liggen op het vlak van volledige salarisbetaling, beschikbaarheid van flexibele opleidingen, assessment van kandidaten en hoge opleidingskosten. 

Grotere rol OOM bij LLO voor mkb-maakbedrijven
Mensen moeten zich blijven ontwikkelen om goed inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt en om als bedrijf wendbaar en concurrerend te blijven. De overheid moedigt met maatregelen, experimenten en regelingen Leven Lang Ontwikkelen (LLO) aan. Voor mkb-maakbedrijven wordt LLO al sinds jaren via het opleidingsfonds OOM ondersteund. Deze structuur biedt aanknopingspunten om aan te sluiten bij regelingen van de overheid. Echter, de meeste overheidsregelingen zijn (te) generiek, te kortdurend en niet gericht op een specifieke sector. Metaalunie is van mening dat er ook sectorspecifieke regelingen moeten komen voor de kraptesectoren, waaronder techniek, en dat deze moeten aansluiten bij regelingen en opleidingstrajecten die een sector zelf al heeft. OOM ondersteunt voortdurend bedrijven en werknemers bij opleidingen, behoud en ontwikkeling van werknemers. Elke euro van de overheid kan gematcht worden met geld van de sector.


Uitbreiding leren en ontwikkelen in de praktijk
Uit vele onderwijskundige onderzoeken blijkt dat leren in de praktijk van wezenlijk belang is voor de student, het bedrijf, de school en de maatschappij. Zo blijkt onder andere dat bbl'ers meer kennis en vaardigheden opdoen op de werkvloer. Er wordt daarom terecht een steeds groter beroep op bedrijven gedaan – zoals de nieuwe praktijkcomponenten in vmbo-tl en havo – en meer omscholingstrajecten richting tekortsectoren zoals mkb-metaal. Dit beroep op bedrijven kan alleen goed worden ingevuld als zij daarbij adequaat worden ondersteund. 

Kansen bbl en bol nog meer benutten, Subsidie Praktijkleren uitbreiden
Leerlingen die op een mbo zitten, hebben de keuze uit twee opleidingstrajecten: het bol-traject (Beroeps Opleidende Leerweg) of het bbl-traject (Beroepsbegeleidende Leerweg). Beide trajecten combineren werken en leren. Voor mkb-maakbedrijven zijn beide van essentieel belang om voldoende en gekwalificeerde vakmensen in dienst te krijgen. De mogelijkheden van bbl en bol moeten echter nog meer benut worden. Bedrijven moeten beter in staat gesteld worden om vroegtijdig met studenten in aanraking te komen en vice versa, zodat er meer en betere matches ontstaan. 

De Subsidie Praktijk Leren (SPL) is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten voor de begeleiding van een leerling. En de regeling werkt! Omdat de SPL zo noodzakelijk is om ondernemers tegemoet te komen in hun opleidingskosten, is aanpassing noodzakelijk. Metaalunie pleit voor een SPL die breder toepasbaar, betrouwbaar en toekomstbestendig is, zodat zeker in deze krappe arbeidsmarkt, bedrijven zich kunnen blijven inzetten bij scholing van studenten.

Verstevig de positie van Bedrijfsvakscholen
Onze sector kent een uitgebreid netwerk van technische bedrijfsvakscholen (BVM’s). Bedrijfsvakscholen verzorgen de praktijkcomponent van een technische mbo-opleiding voor het bedrijfsleven in een regio. Soms door opleiden op een eigen locatie, maar ook in het bedrijf of een andere locatie. Ook vervullen ze een rol in zij-instroom en bij- en doorscholing van medewerkers. Ze zijn essentieel voor het praktijkleren in metaal en een gedegen voorbereiding op werken in een van onze bedrijven. Ze hebben echter geen formele positie binnen het beroepsonderwijs, zoals een ROC, een vakschool of een particuliere mbo. Koninklijke Metaalunie pleit dan ook voor een formele positie status van bedrijfsvakscholen binnen het beroepsonderwijs, inclusief passende budgettering. Óók daar waar zij een voorlichtende of uitvoerende rol in het VO of PO hebben.


Imagoverbetering techniek essentieel
Essentieel is ook dat het beeld en het bewustzijn over technologische ontwikkeling en de kansen die techniek en technologie bieden in Nederland verbeterd worden. Technologie is nodig om de maatschappelijke vraagstukken op te lossen, is essentieel om de arbeidsproductiviteit te verhogen en het verdienvermogen van Nederland op peil te houden. Het Aanvalsplan biedt hiervoor goede aanknopingspunten om technologie als oplossing voor vele maatschappelijke problemen te positioneren. We vragen van de overheid om deze positie op alle manieren ook zo uit te dragen en zo gezamenlijk te zorgen voor een positiever imago. Overheidsinvesteringen in tools voor loopbaanoriëntatie richting verschillende technische sectoren horen hier zeker bij. De overheid kan op deze manier Kansrijk Opleiden versterken door voorlichting richting de kansrijke technische sectoren sterk neer te zetten.