Het jaar waarin het bedrijf dat deze maand centraal staat voor de eerste keer van zich liet horen, was ook het jaar dat de Grieken in opstand kwamen tegen de Turkse overheersers. In de Verenigde Staten wordt Missouri de 24e staat. In datzelfde jaar op 5 mei, kwam er een einde aan een tijdperk: Napoleon Bonaparte overleed op het eiland Sint-Helena. Het jaar is 1821 en wat kilometers noordelijker dan Sint-Helena, om precies te zijn in Aarlanderveen neemt Jan Bocxe een bestaand scheepswerfje over.
Jan is de eerste in de rij van zeven generaties die van Scheepswerf Bocxe hebben gemaakt tot wat het nu is. Zijn vrouw Maria Verhoeff erft de werf van haar kinderloze oom Dirk Verhoeff. Na ‘oprichter’ Jan werd het bedrijf in 1859 overgenomen door zijn zoon Willem en in 1875 nam de zoon van Willem, Jan Bocxe, de werf over. Uit de tijd van de eerste drie generaties is helaas weinig bewaard gebleven. Wel is bekend dat er uitsluitend houten vaartuigen werden gebouwd, waaronder baggerbakken, pramen, schouwen en roeiboten. De scheepswerf had ongeveer 80 baggerbakken in haar bezit, die werden verhuurd aan bedrijven die werkzaam waren in de turfbaggerij rond Wilnis, Vinkeveen, Reeuwijk en Sluipwijk.
Van hout naar ijzer
Rond 1900 werd de ijzerbouw gestart. Eerst werden er een paar ijzeren schouwen gebouwd, daarna diverse roeiboten en tuinderspramen. Vervolgens kwamen er ijzeren vletten tot 20 ton en tjalken tot 40 ton. De schepen waren, vanwege de bruggen, niet groter dan 18 meter lang en 3.25 meter breed. De vierde generatie Jan Bocxe was pas 24 jaar toen hij de werf van zijn vader overnam en verhuist het bedrijf maar liefst twee keer. Eerst binnen Aarlanderveen in 1913. Hij kon daardoor grotere schepen bouwen van 20 x 3,75 meter. Ook werden daar de eerste motorboten van ongeveer 45 ton gebouwd, evenals vletten en zandbakken tot 65 ton. In totaal werden er door de 4e generatie 214 nieuwbouw schepen gebouwd. De vaart werd slechter tijdens de eerste wereldoorlog. De Ringsloot waaraan de werf lag, werd niet meer uitgebaggerd. Hellingwerk en repareren van schouwen werd minder. Het werd tijd voor verandering. Op aandringen van zoons Jan en Hein werd erop zoek gegaan naar een nieuwe locatie.
In 1927 wordt er verhuisd naar Ter Aar, waar ze langs de Hoekse Aar verder gaan. Opvolger Hein Bocxe (1913-1978) werkte gestadig door met inmiddels vier man in dienst. Na de oorlog wordt het accent gelegd op reparatie, verlen- ging en verbouwing van schepen. In 1956 heeft scheepswerf Bocxe de eerste Vreedenburgh Schokker (De Albatros) gebouwd. Gewapend met de tekeningen ging Ir. H. Vreedenburgh diverse werven langs, om ten slotte te belanden bij Hein Bocxe in Ter Aar. Hein kwam met een goede prijs uit de bus en de bouw werd gestart zonder enige geschreven overeenkomst. De werf had geen ervaring in jachtbouw, maar de ingenieur durfde het wel aan en beloofde tech- nische ondersteuning en vooral zeer gedetail- leerde tekeningen. Eerst zou de scheepswerf alleen het casco bouwen, maar uiteindelijk werd het schip toch compleet afgetimmerd opgeleverd. Scheepswerf Bocxe verwierf een goede naam met de bouw van deze schokkers, en ook nieuwbouw van plezierjachten en kleine bedrijfsvaartuigen.
Moderne apparatuur
In de zestiger jaren werd de helling verzwaard en konden schepen tot ongeveer 200 ton op de helling worden gehaald. Daarbij werd een nieuwe loods inclusief kantoor en timmerwerkplaats gebouwd. De introductie van moderne apparatuur betekende een grote verbetering. Vooral de invoering van elektrisch lassen, dat in plaats van het zware en zeer luidruchtige klinken kwam, was een vooruitgang. Ook door de toename van hydraulische buig- en persapparatuur kon veel lichamelijk zware arbeid worden vervangen. De snelheid van werken is door deze moderne middelen enorm toegenomen.
In 1969 richt Hein Bocxe samen met zijn zoon Jan de VOF H.F. Bocxe en Zoon op. Vijf jaar later voegt ook zoon Frans zich bij het bedrijf, vanaf dan heet het CV Scheeps- en jachtwerf H.F. Bocxe en Zonen. Het drietal vulde elkaar in al die jaren mooi aan. Jan deed de techniek, Frans de financiële kant en vader Hein hield een oogje in het zeil. Deze samenwerking kwam tot 26 nieuwbouwprojecten, waaronder vele motorkruisers en Bocxer 780 motorsailers. In hun eerste periode was het bedrijf sterk gericht op zeil- en motorjachten. Ze stonden dan ook op de HISWA in de RAI en waren onder meer Benelux-importeur van de Finse Wickström scheepsmotoren. Ook werd er een winkel in scheepsartikelen, buitenboordmotoren en zeil-, motor- en bijboten op 4 mei 1974 door Hein Bocxe geopend. Per 1 januari 1978 stapte Hein Bocxe uit de CV en hebben zijn zoons de scheepswerf voortgezet in de VOF H.F. Bocxe en Zonen. Hein Bocxe overleed op 20 januari 1978 op 64-jarige leeftijd.
Naar Delft
In de jaren tachtig verschoof het accent wederom naar het repareren en ombouwen van binnenvaartschepen. Zo werden er vrachtschepen tot kraanbeunschepen omgebouwd, werden er zandpompinstallaties ingebouwd, woningen op schepen vernieuwd, boegschroeven geplaatst en ga zo maar door. In 1982 werd een volledig nieuwe langshelling aangelegd, waarop schepen tot 50 meter lengte konden worden gehaald. Door deze nieuwe helling nam de bedrijvigheid zodanig toe dat eruitgezien werd naar een grotere locatie. Deze werd in 1987 gevonden in Delft. Nadat de Scheepswerf Vrijenban in 1988 is overgenomen zijn er veel investeringen gedaan in verbetering van de outillage. Zo zijn er nieuwe kranen geplaatst en is in 2000 de helling met wagens en lieren volledig gerenoveerd en op afstand bedienbaar gemaakt. Intussen bleef de werf in Ter Aar tot 1996 ook nog in bedrijf. Met ingang van 1 januari 1997 werden alle activiteiten geconcentreerd op de huidige werf aan de Schie.
In 2004 kwam Frans Bocxe vast in dienst bij de scheepswerf. Tussen 2000 en 2004 heeft hij binnen zijn opleiding HBO Scheepsbouwkunde, via stages en zijn afstudeeropdracht, buiten de deur zijn kennis opgedaan. Ook tijdens zijn eerdere mbo-opleiding heeft hij elders kunnen kijken. Na afronding van zijn studie vond hij het tijd om te ervaren of een eigen bedrijf leiden ook wat voor hem was. Na enige jaren op de werkvloer te hebben meegedraaid en in de praktijk de kneepjes te hebben geleerd, is hij op 1 januari 2007 toegetreden tot de VOF H.F. Bocxe en Zonen. Frans Bocxe neemt in augustus 2013 als 7e generatie de scheepswerf geheel over en zet het bedrijf voort onder de naam Scheepswerf Bocxe BV. Een bedrijf dat zeven generaties actief is, dwingt veel respect af. Innovatie is mooi, maar niet altijd rendabel. Wat Bocxe al zeven generaties heel goed doet, is zich concentreren op de kernactiviteiten. Door de juiste keuzes te maken, zijn ze al zo lang succesvol. Frans Bocxe beaamt dat de ‘schoenmaker blijf bij je leest’-filosofie het bedrijf al sinds 1821 in de vaart houdt.
Investeren in de toekomst
Nieuwbouw, onderhoud en reparatie; Bocxe is van alle scheepsmarkten thuis. De schepen met een maximale lengte van 75 meter kunnen op de dwarshelling aan de Schie. Lang stilstaan bij de vele herinneringen aan vroeger doet Frans Bocxe niet. Hij houdt zich serieus bezig met de toekomst van het bedrijf. De scheepswerf heeft een duurzaamheidsslag gemaakt door te investeren in een enorme elektrische 100-tons kolomkraam. Deze innovatieve hijsoplossing maakt vrijwel alle mobiele kraanbewegingen in de praktijk overbodig van, naar en op het werfterrein. ‘Alles wat hier drijvend kan komen, kunnen wij er nu zelf uithalen en na reparatie weer te water laten’, vertelt Frans Bocxe over zijn nieuwste aanwinst. Het exemplaar is exact op maat gemaakt voor deze vaarweg. Er is een hijshoogte onder de haak van 10 meter, geschikt voor scheepsafmetingen tot 8 meter breed en 40 meter lang. De kraan zelf is even hoog als de nok van de werfloods. ‘Met onze nieuwe kraan kunnen we een breder dienstenpakket aanbieden en we zijn er ook een stuk flexibeler door geworden.’