Sinds het thuiswerken zijn intrede heeft gedaan, loop je bij Koninklijke Metaalunie sommige collega’s niet meer dagelijks tegen het lijf. Maar al ver voordat thuiswerken een ‘ding’ werd, was dat al het geval met Toine Straatman en Urbi van der Velden. Niet zo verwonderlijk als je ‘regiosecretaris’ op je visitekaartje hebt staan. Of eigenlijk hád staan, want beide heren nemen afscheid van Metaalunie maar vooral van de districten. Want hun werk vond voornamelijk plaats in die districten. Toine vertegenwoordigde jarenlang het district Gelre, terwijl Urbi de districten West-Brabant en Zeeland onder zijn hoede had. Beiden blikken terug op hun werk bij Metaalunie. Maar ook op de veranderingen en uitdagingen van de MKB-maakindustrie.
Voor Toine begon het Metaalunieverhaal in 1992, toen hij solliciteerde op een vacature die zijn interesse wekte vanwege de diversiteit van de functie. “Ik had een achtergrond in fiscaal recht en psychologie, en groeide op in een mkb-familie. Dat ondernemersgevoel zat er al in,” vertelt hij. In zijn rol als districtsmedewerker kreeg hij te maken met een breed scala aan taken, variërend van het organiseren van activiteiten tot het onderhouden van contacten met leden. “Ik had geen idee waar ik aan begon, maar het bleek een perfecte match. In 2002 werd ik regiosecretaris, een functie die door de jaren heen veel dynamischer is geworden.” Urbi bewandelde een ander pad. Met een achtergrond in de olie-industrie en een droom om geoloog te worden, werkte hij jarenlang internationaal voor een grote multinational. “Het reizen was fantastisch, maar op een gegeven moment voelde ik de behoefte om terug te keren naar Nederland.” Via een connectie belandde hij bij Metaalunie, waar hij begon als kwartiermaker voor een kenniscentrum. “Al snel rolde ik door naar de rol van regiosecretaris. Dat was in 2002, en sindsdien heb ik de sector enorm zien veranderen.”
Transformaties
De afgelopen decennia hebben zowel de Metaalunie als de maakindustrie een aanzienlijke transformatie doorgemaakt. “Toen ik begon, was het werk vooral praktisch en gericht op directe contacten met leden,” herinnert Toine zich. “Nu is de organisatie ook meer beleidsmatig geworden. Thema’s zoals duurzaamheid en innovatie hebben een centrale rol gekregen. Dat is nodig, maar soms voelt daardoor de afstand tot de ondernemers groter.” Urbi beaamt dit. “De thema’s waar we nu aan werken zijn veel complexer dan vroeger. Denk aan circulariteit, energiecongestie en de steeds strengere regelgeving. Dat vraagt om samenwerking in coalities en het op de kaart zetten van onderwerpen op nationaal niveau. Toch blijft de kracht van de regio essentieel.”
Unieke dynamieken
Alhoewel ze allebei dezelfde functie hadden, waren de districten waarin ze die uitoefende verschillend, elk met hun eigen karakteristieken. “Zeeland is een prachtig ecosysteem,” zegt Urbi. “Het is overzichtelijk, met één mbo en één hogeschool, maar tegelijkertijd ook kwetsbaar omdat alles zo met elkaar verbonden is. West-Brabant daarentegen is diverser, met grotere bedrijven en meer innovatiekracht. Het vraagt om maatwerk.” Toine ziet dezelfde variatie in zijn werkgebied. “In Gelre, en met name in de Achterhoek, zie je een sterk organiserend vermogen. Ondernemers pakken veel zelf op. Maar in andere gebieden was dat anders; daar moet je dan meer aanjagen en verbinden. Die verschillen maken het werk uitdagend én boeiend.”
Veranderende uitdagingen
De veranderingen binnen het mkb hebben een centrale rol gespeeld in hun werk. “Vroeger waren onze leden vaak techneuten die in dat kenmerkende schuurtje in de achtertuin hun eigen bedrijf begonnen met een paar machines,” vertelt Toine. “Nu zijn ondernemers beter opgeleid en strategischer. Ze innoveren sneller, maar de uitdagingen zijn ook groter: netcongestie, materiaal schaarste en strengere duurzaamheidsregels.” Urbi vult aan: “Een van de hoogtepunten voor mij was het opzetten van programma’s zoals Teqnow. Innovatie is cruciaal, maar het moet toegankelijk blijven voor onze leden. Veel bedrijven zijn nog steeds klein, maar hun werk heeft wel een grote impact. Ze verdienen daarom zichtbaarheid en ondersteuning.”
"Vroeger waren onze leden vaak techneuten die in dat kenmerkende schuurtje in de achtertuin hun eigen bedrijf begonnen met een paar machines."
Verbindende schakel
Over de impact van hun werk op de leden van Metaalunie zijn ze beiden duidelijk. “Onze kracht lag in het verbinden,” zegt Toine. “We waren de schakel tussen ondernemers, overheid en andere organisaties. Of het nu ging om subsidies, scholing of netwerken, we hielpen leden vooruit. Het mooiste was om bedrijven te zien groeien en hun plek in de wereld te vinden.” Urbi waardeert vooral de samenwerking met het onderwijs. “Het was soms een gevecht om het bedrijfsleven een plek te geven in onderwijsplannen. Maar als het lukt, zoals bij projecten voor sterk techniekonderwijs, geeft dat veel voldoening. Het helpt zowel bedrijven als scholen vooruit.”
Advies
Voor hun opvolgers hebben Toine en Urbi een belangrijke boodschap. “Blijf dicht bij de ondernemers,” benadrukt Toine. “Ze waarderen een praktische aanpak. Tegelijkertijd moet je aandacht blijven besteden aan de grote thema’s, zoals duurzaamheid en innovatie, zonder de flexibiliteit van de mkb-maaksector uit het oog te verliezen.” Urbi voegt toe: “Geniet van de rol. Het is een prachtige functie in een prachtige sector. Je kunt echt een verschil maken. Dat moet je koesteren.”
Dankbaar terugkijken
Bij het afsluiten van hun carrière kijken beiden met trots en dankbaarheid terug. “Ik ben trots op wat we bereikt hebben, maar vooral dankbaar voor de relaties die ik heb opgebouwd,” zegt Toine. “De drive en creativiteit van ondernemers blijven me inspireren.” Urbi sluit zich daarbij aan. “Het was een eer om deel uit te maken van de ontwikkeling van de sector en de organisatie. Het mooiste is dat je echt iets kunt betekenen, niet alleen voor bedrijven, maar ook voor de regio en de mensen die er werken.”