Het technisch mbo staat voor grote uitdagingen. Zonder structurele versterking van opleidingen, docenten en praktijkroutes komt de instroom van vakmensen in gevaar en loopt de energietransitie vast. In een brief aan de Kamercommissie voor Onderwijs naar aanleiding van het Commissiedebat mbo dat op 1 oktober plaatsvindt in de Tweede Kamer, benadrukt Koninklijke Metaalunie het belang van stevige investeringen, een duidelijke rol voor technische bedrijfsvakscholen en een formele opdracht aan onderwijs en bedrijfsleven voor Leven Lang Ontwikkelen (LLO).
Het mbo levert samen met vakscholen de vakmensen die bedrijven draaiende houden, innovatie stimuleren en de Nederlandse economie concurrerend maken. Metaalunie stelt zeven concrete oplossingen voor, waaronder structurele investeringen in moderne faciliteiten en hybride docenten, een bekostiging die aansluit op de arbeidsmarkt, flexibele leerroutes en een versterking van de succesvolle bbl-route.
Daarnaast zijn technische bedrijfsvakscholen volgens Metaalunie onmisbaar. Zij staan dicht bij de praktijk, spelen snel in op nieuwe scholingsvragen en bieden directe aansluiting met het bedrijfsleven. Een duidelijke rolverdeling is daarbij cruciaal: het mbo richt zich op basisvaardigheden en brede vorming, vakscholen op praktijk en vakmanschap.
Ook voor Leven Lang Ontwikkelen is een formele borging nodig. Alleen wanneer onderwijs en bedrijfsleven samen verantwoordelijk zijn en vakscholen structureel worden meegenomen in de bekostiging, kan modulair leren, omscholing en doorgroei duurzaam worden georganiseerd.
Tot slot vraagt Metaalunie aandacht voor zij-instroom en het tegengaan van voortijdig schoolverlaten. Praktijkroutes via vakscholen en bbl-trajecten geven jongeren zonder diploma én zij-instromers de kans zich snel te ontwikkelen en inzetbaar te worden in de techniek. Zo blijft hard nodig talent behouden voor de sector.
Met deze voorstellen wil Metaalunie bereiken dat het technisch mbo en de vakscholen structureel worden versterkt, zodat de MKB-maakindustrie ook in de toekomst kan rekenen op voldoende en goed opgeleide vakmensen.