Bel mij terug

Zoek op trefwoord

Filter

Kies een categorie

Gouden Poort: nieuw arbeidsmarktsysteem

Onderwijs & arbeidsmarkt

In het kort

Al jaren kampen we in Nederland met een krappe arbeidsmarkt voor technische vakmensen. Om de beschikbaarheid van technici en de aantrekkingskracht van technische sectoren te vergroten, is het volgens Koninklijke Metaalunie van belang om het arbeidsmarktsysteem voor werken in de techniek anders in te richten. Metaalunie ziet een nieuw arbeidsmarktsysteem – de zogenaamde Gouden Poort voor Techniek – als een belangrijk middel voor het terugdringen van het tekort aan vakmensen in de techniek.
De Gouden Poort is straks in en vanuit de verschillende regio’s dé centrale plek voor informatie over en begeleiding bij loopbaanstappen naar een (nieuw) beroep in de techniek. Zowel voor nieuwe instromers in de techniek als voor ervaren vakmensen die een switch naar nabijgelegen technische sectoren overwegen of zich verder willen bekwamen in hun vak en bedrijf. Met dit systeem wil Metaalunie – samen met andere techniek en bouwsectoren – een tienjarig werk- en ontwikkelgarantie bieden voor iedereen die voor een technische opleiding en werk in één van de sectoren kiest.

Zonder maatregelen enorme tekorten in de technische sectoren
De conclusie is duidelijk: zonder nieuw beleid blijven de huidige arbeidsmarkttekorten in de technische sectoren dit decennium zo hoog als ze nu zijn. De arbeidskrapte wordt dan een showstopper voor de energietransitie, de nationale woningbouwopgave en het Nederlandse verdienvermogen. Hoe groot het probleem is blijkt uit een rapport van SEO Economisch Onderzoek (2022):

  • De arbeidsvraag in de techniek, bouw- en energiesector – ook bij deze relatief lage economische groeivoorspellingen – blijft in elk geval tot en met 2030 hoog. Dit wordt in de eerste plaats veroorzaakt door de vervangingsvraag: er stromen meer arbeidskrachten uit dan dat er instromen. In de tweede plaats wordt de arbeidsvraag aangewakkerd door uitbreidingsinvesteringen. Er is simpelweg meer vraag naar het werk dat door deze sectoren wordt geleverd vanwege de maatschappelijke opgaven met betrekking tot klimaat en woningbouw.
  • Op basis van de netto intensivering in het Regeerakkoord is berekend wat dit betekent voor de extra vraag naar arbeid. In totaal gaat het om bijna 150.000 extra banen tot en met 2030. Gezien de totale werkgelegenheid in de techniek is dit een uitbreidingsvraag van tien procent.
  • Als gevolg van deze uitbreidingsvraag blijft de krapte daarom zeer fors tot en met 2025 en daalt deze licht tot en met 2030.
  • Uit het SEO onderzoek komt ook naar voren dat er op dit moment sprake is van een ‘kwalitatieve mismatch’: jongeren volgen niet de opleiding (lees: techniek) waar de arbeidsmarkt om vraagt. Zo is de afgelopen jaren het aantal inschrijvingen voor technische opleidingen op mbo-niveau 2 en niveau 3 gedaald van 38.000 naar 32.000.
  • SEO: De voorgenomen investeringen in relatie tot de energietransitie en woningbouw door de politiek leiden de komende jaren tot blijvende forse arbeidsmarktkrapte.  


Een nieuw arbeidsmarktsysteem: de Gouden Poort  
Om de beschikbaarheid van technici en de aantrekkingskracht van technische sectoren te vergroten, wil Metaalunie – samen met Bouwend Nederland, Techniek Nederland, FME en WENB – een nieuw arbeidsmarktsysteem voor werken in de Techniek, Bouw en Energie ontwikkelen: een Gouden Poort. Met dit systeem willen de sectoren een tienjarige werk- en ontwikkelgarantie bieden voor iedereen die voor een technische opleiding en werk kiest. 

De Gouden Poort moet in en vanuit verschillende regio’s in Nederland de centrale plek voor informatie over en begeleiding bij loopbaanstappen naar een (nieuw) beroep in de techniek, bouw en energie worden, zowel voor nieuwe instromers als voor ervaren vakmensen die een switch naar nabijgelegen technische sectoren overwegen. De Gouden Poort vormt een centrale positionering van de technische sectoren op de arbeidsmarkt. Het moet instroomtrajecten, begeleiding en plaatsing op basis van skills faciliteren. Voor werkgevers is de Gouden Poort een wervingskanaal voor nieuw talent, het verzorgt loopbruggen van werkgevers met (toekomstige) overschotten naar werkgevers met tekort aan medewerkers en maakt behoeften aan nieuwe loopbruggen sneller inzichtelijk. Door opleiders aan het initiatief te verbinden, ontsluit de Gouden Poort modulaire, maatwerk leerwerktrajecten die aansluiten bij de werk- en levenservaring van personen en die afgestemd zijn op de kennis en vaardigheden die de werkgever nodig heeft. Daarnaast is de Gouden Poort een duurzaam samenwerkingsverband tussen de technische sectoren door de arbeidsmobiliteit tussen verschillende sectoren te vergroten en loopbaanpaden over technische sectoren heen te bieden. Bijvoorbeeld door een gezamenlijke portfolio-aanpak (skills paspoort) vanuit een skillsgerichte arbeidsmarkt en afspraken over inzet van ieders instrumenten om instroom naar en van werk-naar-werk binnen de gezamenlijke sectoren optimaal te kunnen invullen. 

Met de Gouden Poort moet ook de uitval uit de techniek geminimaliseerd worden. Mensen kunnen gedurende hun hele werkzame leven terugkomen naar de Gouden Poort voor een volgende loopbaanstap, waarbij zicht op vaardigheden niet verloren gaat.


Voorwaarden voor succes Gouden Poort
De Gouden Poort is een unieke samenwerking tussen overheid, het onderwijsveld, werknemers en werkgevers om de grote uitdagingen op de arbeidsmarkt te lijf te gaan. Er zijn wel voorwaarden voor succes:

  • Opleiders, publiek en privaat, moeten zich ook met de Gouden Poort verbinden, zodat zij modulaire, maatwerk leerwerktrajecten direct kunnen aansluiten bij benodigde werk- en ontwikkelmogelijkheden van mensen die via de Gouden Poort bij bedrijven aan de slag willen;
  • De overheid ondersteunt mede de ontwikkeling naar een skillsgerichte arbeidsmarkt en onderwijs door het publieke deel van de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld de Regionale Mobiliteits Teams (RMT’s) en UWV, aan te laten sluiten bij de Gouden Poort. Ook financiële ondersteuning vanuit de overheid wordt beter gematcht met sectorale middelen.
  • Werkgevers en werknemers maken duidelijke afspraken over het inzetten van sectorale (O&O) middelen om ondersteuning – financieel en inhoudelijk – mogelijk te maken.
  • Ook de overheid moet bereid zijn om geld vrij te maken voor investeringen in de nieuwe arbeidsmarktinfrastructuur door een gedeelte van de beschikbare middelen voor een nieuwe ‘van-werk-naar-werk’ en ‘bank-naar-werk’ infrastructuur hiervoor beschikbaar te stellen. De publieke arbeidsmarktinfrastructuur kan werkzoekenden dan toe geleiden naar kansrijke beroepen in de techniek.
  • Het passend maken van de ‘Omscholingsregeling voor kansrijke beroepen.’ Deze regeling stimuleert de ontwikkeling en benutting van zij-instroomtrajecten en maakt die voor werkgevers beter toegankelijk. Het probleem is thans dat de trajecten te kort zijn om omscholing voor techniek rendabel te maken. Dat moet beter gematcht worden.