Bel mij terug

Zoek op trefwoord

Filter

Kies een categorie

Strategische onafhankelijkheid

Innovatie & technologie

In het kort

De afgelopen jaren is Nederland voor de productie van eindproducten steeds afhankelijker geworden van landen buiten de EU. Onder andere de coronacrisis, geopolitieke crises, grondstoffentekorten wereldwijd en verstoringen van de logistieke keten leggen de kwetsbaarheid van de toeleverketens bloot. Koninklijke Metaalunie is van mening dat Nederland voor grondstoffen en (eind)producten minder afhankelijk moet worden. De continuïteit van de maakindustrie is in het geding. Het kabinet moet veel meer als doelstelling ‘Made in Holland of Made in EU’ nemen. Hiermee wordt strategische onafhankelijkheid gerealiseerd.

Noodzaak versterken mkb-maakindustrie
De mkb-maakbedrijven zijn een essentiële schakel in de productieketen en leveren een cruciale bijdrage aan de strategische onafhankelijkheid van de Nederlandse economie. Door samen met mkb-maakbedrijven te investeren in het productieproces, worden maakbedrijven in staat gesteld om op wereldschaal concurrerend te innoveren en produceren. Deze verbetering van de concurrentiepositie is essentieel voor een afnemende afhankelijkheid van de Nederlandse economie van lange en complexe toeleverketens die kwetsbaar zijn voor gezondheidscrises of geopolitieke ontwikkelingen. Alle ingrediënten zijn in Nederland aanwezig om de maakindustrie een impuls te geven. Naar de mening van Koninklijke Metaalunie is de politiek verantwoordelijk voor het creëren van een gezond innovatieklimaat. De overheid speelt een belangrijke rol bij het scheppen van de juiste randvoorwaarden en het ondersteunen van innovatie bij het mkb. 


Handelsbarrières bieden geen oplossing
Metaalunie is tegenstander van het opwerpen van handelsbarrières om de eigen industrie te beschermen. Het antwoord moet komen uit het creëren van meer mogelijkheden voor innovatie voor Nederlandse maakbedrijven. 


Onafhankelijkheid door gerichte investeringen in maakindustrie 
De Europese Unie – maar zeker ook Nederland – moet een beleid voeren met als doel veel minder afhankelijk te zijn van, bijvoorbeeld, China en India. Nederland moet hiervoor inzetten op een versterking van de ‘eigen’ maakindustrie door:

  • Het ontwikkelen van een stevig reshoring programma. Onderdeel van dit programma is het in kaart brengen van de verschillen tussen productiekosten en internationale aanbieders, het analyseren van barrières om in Nederland net zo kosteneffectief te produceren en samen met brancheorganisaties actieplannen te ontwikkelen voor het opheffen van de barrières.
  • Het ontwikkelen van een stimuleringsprogramma met als inzet de vergroting van de arbeidsproductiviteit. Onder andere door nadrukkelijk in te zetten op het implementeren van innovaties, specifiek voor het mkb, ter bevordering van productie-innovatie.
  • Samen met de ministeries van EZK en OWC moet er een publiek private samenwerking van scholings- en opleidingstrajecten voor productie innovatie op maat voor het mkb opgezet worden.
  • Focus! Richt innovatieprogramma’s scherper en gerichter in. Reduceer daarmee de huidige versnippering van subsidies en programma’s die door ROM’s en ministeries schijnbaar los van elkaar worden opgezet met verschillende uitvoeringsorganisaties, zoals RVO en regionale management autoriteiten.
  • Laat investeringen in innovatie gelijk op lopen in Europa. Maak de investeringsquote van innovatiestimulering per bedrijf per land gelijk. Zorg dat een vast percentage (minimaal 20%) van innovatiestimulering terecht komt bij het mkb. 
     

Ook interessant