Hoe een circulaire economie er in 2050 precies uit zal zien is nog onduidelijk. Wel is evident dat er een groeiende behoefte zal zijn aan bedrijventerreinen voor recycling en (bio)grondstofverwerking, evenals binnenstedelijke locaties voor reparatie en deeleconomie. Deze ruimtevraag is vaak nog niet gespecificeerd, terwijl concurrerende ruimteclaims van bijvoorbeeld woningbouw, energietransitie en datacenters helderder zijn. Hierdoor dreigt over enkele decennia de benodigde ruimte voor circulaire economie niet beschikbaar te zijn. Dit concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een verkennende studie.
Het PBL roept op om geen onomkeerbare keuzes te maken en om bedrijventerreinen waar ruimte is voor bedrijven met hogere milieucategorieën te behouden. ‘De omzetting van een bedrijventerrein voor overlastgevende activiteiten (‘met hoge milieucategorie’) naar een andere bestemming is in de praktijk vaak onomkeerbaar. De aanleg van een bedrijventerrein van de hoogste milieucategorie duurt door vergunningstrajecten decennia, terwijl een woonwijk bijvoorbeeld enkele malen sneller is gerealiseerd. Het is daarom belangrijk tijdig benodigde ruimte voor circulaire activiteiten met een zwaarder industrieel karakter te reserveren. Daarom is het goed voorzichtig te zijn met herbestemming van bestaande bedrijventerreinen’, aldus het PBL. ‘Koninklijke Metaalunie ondersteunt dit pleidooi voor voldoende ruimte voor bedrijven in de hogere milieucategorieën volledig’, reageert Derk Jan Meijer, Beleidssecretaris Ruimtelijke Omgeving van Metaalunie.
Vooruitkijken van belang
‘Een circulaire economie is een belangrijk middel om grondstoffenschaarste en klimaatschade het hoofd te bieden’, onderschrijft Gerard Wyfker, beleidssecretaris Milieu en Energie van Metaalunie de conclusies van het PBL. Het PBL concludeert dat voor een succesvolle en soepele transitie naar een circulaire economie het belangrijk is dat ruimtelijk beleid rekening houdt met circulaire bedrijfsactiviteiten die de komende decennia zullen ontstaan. Vooruitkijken is ook van groot belang vanwege de lange doorlooptijden voor de ontwikkeling en herinrichting van bedrijventerreinen en havens. Dit kan vele jaren of zelfs decennia duren. Om te zorgen dat er richting 2050 geschikte ruimte is voor terreinen met overlastgevende circulaire activiteiten - zoals recycling en hergebruik van bouwmaterialen - moeten in de komende jaren keuzes worden gemaakt.
Circulaire economie vraagt meer ruimte
Om de ruimtelijke implicaties van circulariteit te schetsen, bouwt het PBL-rapport voort op scenario’s uit de Ruimtelijke Verkenning 2023. Dit zijn er vier: toenemende wereldhandel, een digitaliserende wereld, een natuurlijk Nederland en regionaliserend land. In deze scenario’s voor 2050 vraagt een circulaire economie in Nederland tot 40 procent meer ruimte dan de lineaire, fossiele economie nu.
Tijdelijk dubbel ruimtegebruik
Er zal ook een fase zijn met dubbel ruimtegebruik, waarin het nieuwe circulaire systeem groeit naast de bestaande productiecapaciteit. Lineaire activiteiten die worden afgebouwd, bestaan nog voor een lange periode en overlappen deels met de opbouw van nieuwe circulaire activiteiten. Deze overgangsfase vraagt om ‘schuifruimte’ voor sanering en verbouwing van installaties of gebouwen, verplaatsing van bedrijven en aanleg van infrastructuur.
> Lees meer over de Metaalunie-beleidsstandpunten over circulaire economie
> Lees meer over de Metaalunie-beleidsstandpunten over bedrijventerreinen