De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in juli 4,1 procent hoger dan in juli 2021, maakt het CBS bekend. De groei is opnieuw lager dan in de voorgaande maanden.
Iets minder dan de helft van alle bedrijfsklassen in de industrie produceerde in juli meer dan in dezelfde maand een jaar eerder. Van de grotere branches realiseerden de transportmiddelen- en de machine-industrie de grootste groei. Vorig jaar juli echter lag een aantal fabrieken in de transportmiddelenindustrie tijdelijk stil vanwege een chiptekort.
Productie op hoog niveau
Voor het bepalen van de kortetermijnontwikkeling van de productie kan het beste worden gekeken naar voor seizoen- en werkdageffecten gecorrigeerde cijfers. Van juni op juli daalde de productie met 0,5 procent.
De voor seizoen- en werkdageffecten gecorrigeerde productie fluctueert doorgaans aanzienlijk. Dalingen en stijgingen volgen elkaar snel op. In het voorjaar van 2020 kromp de productie snel en in mei 2020 werd een dieptepunt bereikt. Daarna werd een stijgende lijn ingezet. In juli daalde de productie echter voor de derde maand op rij, maar het productieniveau bleef hoog.
Ondernemers industrie stuk minder optimistisch
In augustus 2022 was de stemming onder ondernemers in de industrie een stuk minder positief dan in juli. Het producentenvertrouwen lag echter ruim boven het langjarige gemiddelde.
Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie. Na in juli fors gedaald te zijn, veranderde in augustus het vertrouwen van Duitse industriële ondernemers niet (volgens de IFO-index). Ze waren pessimistischer over de huidige bedrijvigheid, maar minder pessimistisch over de toekomstige bedrijvigheid dan in juli. De gemiddelde dagproductie van de Duitse industrie kromp volgens Destatis in juli met 1,4 procent in vergelijking met een jaar eerder.