De industrie kampt al twee jaar met een lagere vraag naar industriële producten. In 2024 nam de productie af met naar schatting 2,5 procent. Intussen blijven de loonkosten snel toenemen, wat winstmarges onder druk zet. In 2025 kan de vraag mede dankzij de dalende rente wat aantrekken, al blijft de prognose vanwege de malaise in de Duitse industrie en geopolitieke ontwikkelingen onzeker.
- Ondanks de lagere productie van de laatste twee jaar is het aantal werknemers in de industrie ongeveer gelijk gebleven. Wel maakt de industrie beduidend minder gebruik van uitzendkrachten en oproepkrachten.
- Ondernemers in de industrie weten uit ervaring dat ze in een cyclische sector actief zijn, waarin pieken en dalen elkaar snel kunnen opvolgen. In magere tijden wordt personeel daarom niet zomaar naar huis gestuurd, zeker niet met het oog op de vergrijzing.
- Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) komen in de industrie relatief weinig voor. Met 47.000 personen vormen zzp’ers circa 5 procent van het totale aantal werkzame personen in de sector. Dat is veel minder dan gemiddeld in het Nederlandse bedrijfsleven (circa 14 procent).
- Naar verwachting herstelt de vraag naar industriële producten in 2025 en 2026, al is de prognose onzeker door geopolitieke ontwikkelingen. De komende Amerikaanse president Donald Trump heeft forse importheffingen aangekondigd; voor Europese producten zouden deze volgens Trump kunnen oplopen tot maar liefst 10 tot 20 procent.
- Naar verwachting kan de rente in 2025 verder dalen, wat de vraag naar industriële producten als machines en bouwmaterialen zou moeten stimuleren. Herstel van de vraag naar machines van ASML bleef in 2024 uit, maar waarschijnlijk trekt de vraag in 2025 aan dankzij lagere rente, een geleidelijk herstel van de mondiale industrie en de sterk toenemende vraag naar geavanceerde chips voor kunstmatige intelligentie.
- Al met al kan de industrie in 2025 groeien met 4 procent.
Bron: ABN Amro: Industrie in 2025