Hoe voorkomt u dat u zich op dwaling hoeft te beroepen of dat een ander dat met succes doet?
Metaalbedrijf Schroot bv heeft een afvalverwerkingscontract met Muller bv. Die komt al een aantal jaar wekelijks het bedrijfsafval ophalen. Regelmatig verhoogt zij de prijzen. Dit mag, staat in haar algemene voorwaarden. Het valt Schroot op dat de prijzen van de concurrentie een stuk lager liggen. Schroot wil daarom van het contract af. Muller accepteert de opzegging niet. Zij geeft aan dat hun contract nog een paar jaar doorloopt. Dit volgt uit het contract dat Schroot ondertekende, toen Muller’s vertegenwoordiger bij haar op bezoek was. Schroot kijkt hier raar van op en vraagt om een kopie van het contract.
Onjuist beeld
Uit de kleine lettertjes op een onopvallende plek in het contract, blijkt inderdaad een niet- tussentijds opzegbare contractduur van zeven jaar te staan. Schroot vindt dit erg onredelijk en informeert bij een jurist. Die schrijft namens Schroot een brief aan Muller waarin hij de overeenkomst vernietigt vanwege ‘dwaling’. Hij legt uit dat Schroot bij het contracteren een onjuist beeld van zaken had. En bij een juist beeld had hij het afvalcontract zeker niet gesloten. Schroot stopt met betalen en stapt over op een andere afvalverwerker. Muller gaat daarom naar de rechter.
Terecht vernietigd – of niet?
De rechter kan zich voorstellen dat Schroot bij het ondertekenen een onjuist beeld van het contract heeft gehad. De kleine lettertjes zijn haar ontgaan. Zij hoefde ook niet bedacht te zijn op een niet-tussentijds opzegbaar contract van zeven jaar, waarbij de prijzen tussentijds konden worden verhoogd. Afvalverwerkingscontracten kunnen net zo goed voor een veel kortere duur of tegen een vaste prijs worden gesloten. Was een en ander bij Schroot wel bekend geweest, dan had ze de overeenkomst vast niet gesloten, zo meent ook de rechter. De vertegenwoordiger van Muller had zich moeten realiseren dat deze aspecten zo belangrijk waren voor Schroot, dat hij er uitdrukkelijk op had moeten wijzen. Omdat hij niet kan bewijzen dat hij dit heeft gedaan, is het contract terecht vernietigd op grond van dwaling en hoeft Schroot de openstaande facturen niet te betalen.
MR. MIRJAM BOS
bedrijfsjuridisch adviseur koninklijke metaalunie
INFORMATIE- EN ONDERZOEKSPLICHT
Degene die een dienst of product aanbiedt, moet voorkomen dat een klant ‘ja’ zegt, met een verkeerde voorstelling van zaken. Hij moet de klant dus goed informeren, zodat deze inzicht heeft in belangrijke kenmerken van – in dit geval – de dienst, zoals de contractduur en prijzen. Dwaling is echter een lastig juridisch leerstuk en wordt in de praktijk niet snel door rechters aangenomen. Je moet bij een beroep op dwaling namelijk ook bewijzen dat je de overeenkomst niet zou hebben gesloten bij een wel juiste voorstelling van zaken. Bovendien hebben klanten zelf ook een onderzoeksplicht. Om discussie (via de rechter) te voorkomen, is het verstandig toch maar liever wel alle (kleine) lettertjes te lezen, en ook uw klanten daarop te wijzen.